ERCP: Procedure inwendig kijkonderzoek galwegen en pancreas
ERCP is de afkorting van "Endoscopische Retrograde Cholangio-Pancreaticografie". Bij dit inwendig kijkonderzoek bekijkt de arts de galwegen en de afvoer van de pancreas. Hij gebruikt hierbij een flexibele buis, een zogenaamde endoscoop. De arts brengt via de endoscoop een contrastvloeistof in de galwegen zodat hij hierna via röntgenfoto's de galwegen en het pancreaskanaal in beeld krijgt. Via het onderzoek spoort de arts aandoeningen op maar doet hij ook enkele ingrepen waardoor dit zowel een onderzoeksmethode als een behandelingswijze is.
Niet de eerste onderzoeksmethode
Dit onderzoek gebeurt meestal niet als eerste onderzoeksmethode bij de patiënt. Hij heeft meestal eerst al een
echografie, een
CT-scan en/of een NMR-scan (
MRI-scan) gekregen. Het diagnosticeren van een aandoening gebeurt namelijk in de meeste gevallen ook via deze onderzoeken. Pas als deze geen duidelijkheid verschaffen, gaat de arts over naar een ERCP.
Indicatie ECP
De arts voert dit onderzoek uit bij een patiënt met een vermoeden van
galstenen (harde afzettingen in de galblaas met typische
buikpijn (
galkoliek) als symptoom) of een vernauwing in de galwegen.
Voor de procedure
Meedelen aan arts
De patiënt moet de arts vooraf op de hoogte brengen van:
allergieën (allergische reactie door contact met uitlokkende stof) (bijvoorbeeld voor penicilline), de geneesmiddelen die hij gebruikt, de aandoening(en) die hij heeft en een (vermoedelijke) zwangerschap.
Voorzorgsmaatregelen
De patiënt is nuchter vanaf ten minste zes uur voor het onderzoek. Dit varieert per ziekenhuis daar bij sommige ziekenhuizen de patiënt reeds vanaf twaalf uur 's nachts nuchter moet zijn, maar het nuchter zijn is ook afhankelijk van het feit of het ziekenhuis een lichte of volledige
narcose toepast. Nuchter zijn betekent dat de patiënt niet mag
roken, drinken en eten. De patiënt dient voor het onderzoek juwelen, een bril en/of een
tandprothese te verwijderen. Soms moet de patiënt preventief
antibiotica en/of andere medicatie slikken om het risico op een infectie te vermijden maar dit is niet altijd bij elke patiënt aangewezen.
Praktisch
Sommige ziekenhuizen voeren dit onderzoek poliklinisch uit zodat de patiënt na het onderzoek na enkele uren naar huis kan; anderz ziekenhuizen laten de patiënt minstens één nacht in het ziekenhuis blijven, vooral als er een behandeling vereist is. Het onderzoek zelf vindt plaats op de dienst Radiologie. Afhankelijk van het ziekenhuis krijgt de patiënt een volledige of een lichte verdoving. De duurtijd van dit onderzoek is per patiënt verschillend daar dit afhangt van de eventuele behandeling. Het onderzoek neemt daarom twintig minuten tot uitzonderlijk twee uur in beslag.
Inwendig kijkonderzoek van de galwegen en het pancreas
De verpleegkundige brengt bij de patiënt een infuusnaald in. Hiermee krijgt de patiënt via de anesthesist verdoving zodat hij in slaap valt (of heel rustig wordt). Daarna plaatst de verpleegkundige een bijtring tussen de tanden van de patiënt. De arts brengt de
endoscoop via de mond door de maag tot in de twaalfvingerige darm. Een arts schuift een
katheter via de endoscoop tot aan de twaalfvingerige darm. Hij schuift deze verder in de galwegen. De arts spuit contrastvloeistof in via de katheter. Zo bestudeert hij de galwegen beter via röntgenfoto's (
radiografisch onderzoek). Afhankelijk van het resultaat, gaat de arts meteen over tot een eventuele behandeling. Als hij bijvoorbeeld
stenen ziet of een
stent wil plaatsen, is het nodig om een sneetje aan de ingang van de galwegen te maken. Als de arts galstenen wil verwijderen, verbreedt hij de opening van het galkanaal met een elektrisch mesje. Hij brengt daarna een metalen mandje of ballon in en verwijdert zo de galstenen, eventueel heeft hij ze voordien eerst al verbrijzeld. Om een vernauwing op te rekken, gebruikt de arts een opblaasbare ballon of dilatator. Hij gebruikt tevens een tijdelijke of definitieve stent om deze voorbij de vernauwing te plaatsen. De arts spuit tijdens het onderzoek geregeld lucht in de darm van de patiënt.
Na het onderzoek
De patiënt blijft één tot drie uur in de ontwaakzaal na het onderzoek. Na het onderzoek blijft de patiënt nog minstens zes uur nuchter. Soms heeft de patiënt een drain ter hoogte van de galwegen om het galvocht te draineren. De drain gaat er weer uit via de neus, maar dit geeft soms ongemak bij de patiënt. De verpleegkundige geeft hem hiervoor eventueel pijnstillende (
pijnstillers en kalmerende middelen. In sommige ziekenhuizen mag de patiënt de dag zelf naar huis, bij andere ziekenhuizen is dat pas de dag nadien. De dag dat de patiënt naar huis mag bij een overnachting, neemt de verpleegkundige nog ter controle bloed af en krijgt de patiënt nog een onderzoek door de dokter. Soms is een tweede ERCP-onderzoek nodig om de behandeling te starten. Indien er complicaties optreden, blijft de patiënt langer gehospitaliseerd.
Bijwerkingen
Anesthesie veroorzaakt mogelijk sufheid,
vermoeidheid en lichte
misselijkheid. De bijwerking van de
endoscopie (inwendig kijkonderzoek van de binnenkant van het lichaam) omvatten
pijn aan keel- en mondholte, buikopzetting (door de lucht die in de darm werd ingebracht),
diarree, flatulentie (
winderigheid) en
bovenbuikpijn.
Verwikkelingen
Complicaties treden meestal tijdens of enkele dagen na het onderzoek op. De patiënt dient best de arts te raadplegen wanneer hij last heeft van volgende symptomen:
acute pancreasontsteking,
darmperforatie (gat in darm) en bloeding, hart– of
longproblemen (zelden, risico van narcose), infectie ter hoogte van de galwegen of de galblaas (hiervoor neemt de patiënt soms vooraf antibiotica zodat het risico verlaagt),
koorts, pijn aan de buik of borstholte en
rillingen.
Lees verder