Episcleritis: Oogontsteking tussen bindvlies en sclera
Episcleritis is een veel voorkomende en meestal goedaardige oogaandoening zonder bekende oorzaak waarbij de episclera ontstoken is. De episclera is het oppervlakkige bindweefsel dat tussen het bindvlies (conjunctiva) en de sclera (harde oogrok) ligt. De onschuldige aandoening komt vaak terug. In 30% van de gevallen heeft de oogaandoening een onderliggende ziekte. De meest geassocieerde aandoeningen van recidiverende episcleritis zijn, bindweefselaandoeningen, gewrichtsontstekingen, inflammatoire darmziekten, atopie, …
Epidemiologie oogaandoening
De exacte prevalentie is niet bekend. Wel komt episcleritis het meest voor bij vrouwelijke twintigers tot vijftigers, met een piek bij veertigers. In bijna de helft van de gevallen treedt de aandoening afwisselend of tegelijkertijd bilateraal op.
Soorten episcleritis
In 70% van de gevallen is de aandoening diffuus (
medische term voor "ver verspreid"). Hierbij is een deel van of het gehele oog rood. Dit betreft een eenvoudige vorm van episcleritis die zich redelijk vaak herhaalt met intervallen van één tot drie maanden. De resterende 30% heeft een nodulaire vorm. Hierbij is het oog lokaal rood en is daarbij een knopvormige gele zwelling van het slijmvlies (
nodules = knobbel) te zien. De patiënt met de nodulaire vorm van episcleritis heeft vaak een geassocieerde onderliggende ziekte en vertoont vaker symptomen die langer aanhouden. De
ontsteking is veelal ook pijnlijker dan bij een patiënt met eenvoudige episcleritis.
Symptomen oogziekte
De patiënt heeft geen of weinig symptomen. Mogelijk heeft hij rode, gevoelige geïrriteerde en
tranende ogen waarbij hij het gevoel heeft dat er iets in zijn ogen zit. Soms heeft hij wat
pijn, zeker bij een nodulaire vorm van episcleritis. Meestal zijn er geen problemen met het gezichtsvermogen. Episcleritis ontstaat meestal acuut.
Meestal verdwijnt de
oogontsteking tussen het
oogbindvlies en de sclera spontaan na zeven tot tien dagen. Wanneer een patiënt een onderliggende aandoening heeft, loopt dit mogelijk op tot twee tot drie weken. Episcleritis komt vaak terug. Soms treedt bij een patiënt nodulaire episcleritis op. Dit is ernstiger dan eenvoudige episcleritis en duurt langer alvorens de aandoening spontaan verdwijnt. Nodulaire episcleritis is daarnaast veel vaker geassocieerd met een systemische ziekte.
Diagnose en onderzoeken
In feite is een
oogheelkundig onderzoek voor episcleritis niet nodig. Maar bij een patiënt met een nodulaire vorm of een patiënt met ernstige terugkerende episodes, is verder onderzoek wel vereist. De oogarts ziet bij een oogheelkundig onderzoek dat het slijmvlies gezwollen is en het oogwit rood is, zelfs tegen het hoornvlies aan. Bij de nodulaire vorm ziet hij een geelachtig knobbeltje.
Behandeling oogontsteking tussen bindvlies en sclera
Doorgaans is een behandeling niet nodig. Een patiënt - zeker met de nodulaire vorm van episcleritis - is gebaat bij
kunsttranen. Ook een koud kompres biedt soelaas. Het gebruik van
topische niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (
NSAID's) is nuttig bij meer symptomatische patiënten. Wanneer de episode ernstiger is, schrijft de oogarts een korte behandeling van topische
steroïden voor. Voor nodulaire episcleritis beveelt hij orale NSAID's aan. Bij een ernstige of vaak terugkerende episcleritis dient een patiënt regelmatig terug te komen bij de oogarts om de behandeling te evalueren.
Complicaties oogaandoening
Slechts sporadisch zijn andere oogstructuren betrokken. Bij terugkerende aanvallen gedurende jaren leidt dit mogelijk tot een dunnere sclera. Vaker komen complicaties voor bij patiënten die regelmatig en herhaaldelijk een steroïde behandeling gedurende een aantal jaren hebben gekregen. Een patiënt heeft hierbij meer kans op het ontwikkelen van
cataract, een verhoogde oogdruk (gemeten via een
tonometrie) en steroïde geïnduceerde
glaucoom. Glaucoom valt op diverse manieren te behandelen:
laserchirurgie,
trabeculectomie of een
drainage-implant.
Prognose oogziekte
Episcleritis is een milde oogziekte die spontaan geneest in één tot maximum twee weken. Bij een nodulaire vorm bedraagt de genezingstijd vijf tot zes weken. Een episode keert mogelijk terug in hetzelfde of het andere oog. De oogaandoening is goedaardig en behoeft daarom vaak geen behandeling. Een overmatige behandeling leidt soms toch complicaties wat de grootste oorzaak is van een verminderd gezichtsvermogen bij deze patiënten.