Pneumothorax: Klaplong of ingeklapte long
Een klaplong treedt op wanneer lucht uit de longen ontsnapt. De lucht vult vervolgens de ruimte buiten de long, tussen de longen en de borstwand. Deze luchtopbouw zet druk op de longen, waardoor ze niet in staat zijn zich normaal uit te zetten wanneer een patiënt ademt. Meestal is een stomp of penetrerend thoraxletsel de oorzaak van een klaplong, maar soms ontstaat een pneumothorax eveneens spontaan of is deze aandoening het gevolg van een onderliggende longaandoening. Met behulp van een thoraxdrain of naald verwijdert de arts de overtollige lucht en herstelt de longuitzetting zich weer. Wel is de prognose afhankelijk van de oorzaak en uitgebreidheid van de klaplong.
Synoniemen pneumothorax
Een klaplong is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Ingeklapte long
- Lucht buiten de long
- Lucht rond de long
- Pneumothorax
- Primaire pneumothorax
- Secundaire pneumothorax
- Spontane pneumothorax
- Traumatische pneumothorax
Oorzaken en indeling klaplong: lucht ontsnapt uit longen
Lange en magere patiënten, rokers, vrouwen, en patiënten die reeds een klaplong gehad hebben, lopen meer risico op een ingeklapte long.
In grote lijnen zijn er drie mogelijke oorzaken voor een klaplong. Ten eerste loopt de patiënt soms verwondingen op aan de longen. Daarnaast heeft hij soms een onderliggende (long)aandoening die een pneumothorax veroorzaakt. Tot slot is de oorzaak van een klaplong soms niet gekend.
Traumatische pneumothorax: verwonding longen
Een verwonding aan de longen zoals bijvoorbeeld een geweerschot, een messteek in de
borstkas of een
ribfractuur (gebroken ribben) veroorzaakt mogelijk een klaplong. Soms veroorzaken opengebroken luchtblaasjes die voor lucht in de ruimte rond de longen zorgen een ingeklapte long. Dit is met name het geval bij een veranderende luchtdruk zoals bij het
duiken of bij het reizen op grote hoogte. Deze vorm van een ingeklapte long heet in
medische termen "traumatische pneumothorax".
Secundaire pneumothorax: onderliggende aandoening
Een aantal longaandoeningen verhogen eveneens het risico op een ingeklapte long zoals
astma,
chronisch obstructief longlijden (COPD),
emfyseem,
kinkhoest (bacteriële infectie met
hoesten en ademnood),
mucoviscidose en
tuberculose. Dit type klaplong is tevens gekend als een secundaire pneumothorax.
Primaire pneumothorax: spontane klaplong
Bij sommige patiënten treedt een klaplong spontaan op. Dit is gekend als primaire pneumothorax omdat de patiënt hierbij geen onderliggende longaandoening vertoont. Zeer zelden speelt een genmutatie hierbij een rol, maar meestal is de oorzaak onbekend.
Symptomen ingeklapte long: hoesten, kortademigheid, pijn aan de borstkas
De patiënt heeft een beklemmend of scherp gevoel op de borstkas,
ademhalingspijn, een blauwachtige verkleuring van de huid door zuurstofgebrek (
cyanose), een
licht gevoel in het hoofd (bijna
flauwvallen) en een snelle hartslag (
tachycardie). Voorts heeft hij mogelijk pijn in de schouder hetgeen verergert door diep in te ademen of te hoesten. Tot slot komt
kortademigheid voor.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De patiënt krijgt een uitgebreid lichamelijk onderzoek bij de arts. De arts hoort via de stethoscoop (
auscultatie) verminderde ademgeluiden of geen ademgeruis aan de aangetaste zijde.
Diagnostische onderzoeken
Diagnostische onderzoeken omvatten
radiografisch onderzoek van de borstkas (thoraxfoto), een
CT-scan van de borstkas, een volledig
bloedonderzoek en een
echografie.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnoses omvatten:
Behandeling: Zuurstoftherapie, drainage, longchirurgie
Een kleine pneumothorax zonder onderliggende aandoening geneest meestal binnen de één tot twee weken met rust en/of zuurstoftherapie. Mogelijk is een behandeling wel nodig. Deze is dan met name gericht op het verlichten van de druk op de longen waardoor ze weer kunnen uitzetten. Daarom gebruikt de arts een naald om de lucht uit de longen te laten ontsnappen. Bij een grote pneumothorax plaatst de arts een thoraxdrain (een flexibel buisje) tussen de ribben in de ruimte rond de longen wat lucht afvoert zodat de longen weer in staat zijn om zich uit te zetten. Soms blijft de thoraxdrain meerdere dagen aanwezig en is aldus een ziekenhuisopname vereist. Longchirurgie is soms eveneens een behandelingsmethode. De chirurg repareert dan het gebied van het lek.
Prognose en complicaties
Het herstel van een pneumothorax is afhankelijk van de snelheid van de diagnosestelling, en de omvang en de onderliggende oorzaak van de klaplong. Een kleine pneumothorax verdwijnt meestal zonder behandeling.
Roken is wel geen goed idee want hierdoor vertraagt het herstelproces. Een secundaire pneumothorax (klaplong als gevolg van een longaandoening) is ernstiger, zelfs wanneer deze klein is. Mogelijke complicaties omvatten een andere klaplong in de toekomst en een
shock bij een ernstig letsel. Ook een ernstige infectie of ontsteking, of vocht dat zich in de longen ontwikkelt, komen mogelijk voor.