Bloedonderzoek ACTH: Te weinig of te veel cortisol in bloed
ACTH staat voor een adrenocorticotroop hormoon. Dit is een hypofysehormoon dat de werking van de bijnierschors stimuleert. Wanneer het ACTH-gehalte te hoog of te laag is, wijst dit mogelijk op een hormonale aandoening zoals hypopituïtarisme, de ziekte van Addison of de ziekte van Cushing. De arts voert een eenvoudige bloedtest uit bij de patiënt waaraan weinig risico's verbonden zijn. Dit gebeurt vaak meermaals per dag omdat het gehalte varieert naargelang het tijdstip van de dag.
Synoniemen bloedonderzoek ACTH
Het
bloedonderzoek naar ACTH is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Adrenocorticotroop hormoon bloedtest
- Corticotropine bloedonderzoek
- Cosyntropine bloedonderzoek
Deze bloedtest is nodig om de hoeveelheid adrenocorticotroop hormoon (ACTH) van de hypofyse te meten. De hypofyse is een klein orgaan dat net onder de
hersenen ligt en adrenocorticotroop hormoon (ACTH) afscheidt. ACTH regelt de productie van cortisol, een ander hormoon. De productie van cortisol gebeurt door de
bijnieren, die zich aan de bovenkant van de nieren bevinden. Cortisol is een veelzijdig hormoon. Eerst en vooral breekt het eiwit, suiker en vet in het eten af. Daarnaast regelt cortisol de bloeddruk. Bovendien is het lichaam dankzij cortisol in staat om infecties te bestrijden. Omgaan met
stress is eveneens mogelijk dankzij cortisol In principe is het cortisolgehalte 's morgens het hoogst 's 's avonds het laagst.
Indicatie bloedtest: Te weinig of te veel cortisol in het bloed
Een arts voert dit onderzoek uit bij patiënten waarvan hij vermoedt dat ze aan een
hormonale aandoening lijden. Deze omvatten onder andere het adrenogenitaal syndroom,
ziekte van Addison (onvoldoende productie van hormonen door bijnieren), de ziekte van Cushing,
het Cushing-syndroom (te veel cortisol in lichaam met symptomen aan huid, spieren en botten) en
hypopituïtarisme (gebrek aan hormonen veroorzaakt door de hypofyse).
Te weinig cortisolproductie
Adrenogenitaal syndroom
Het adrenogenitaal syndroom is een aangeboren vergroting van de bijnier door een enzymentekort. Hierdoor ontstaat een stoornis in de cortisolproductie. waarbij de bijnieren onvoldoende hormonen aanmaakt. Voor de puberteit verschijnt vermannelijking bij een vrouw en bij een man begint de puberteit eerder. Na de puberteit krijgt de patiënt menstruatiestoornissen en treedt vermannelijking op.
Hypopituïtarisme
Bij hypopituïtarisme werkt de hypofyse (glandula pituïtaria) onvoldoende. Hierdoor is de hypofyse niet in staat om voldoende vitale hormonen te produceren. Een
verlies van eetlust,
vermoeidheid, een
onregelmatige menstruatie,
hypogonadisme (onvoldoende ontwikkeling van geslachtsklieren), een verminderde zin in seks (verminderd libido), vaak 's nachts plassen (
nycturie) en
gewichtsverlies zijn mogelijke symptomen die gepaard gaan met hypopituïtarisme.
Ziekte van Addison
De bijnieren maken bij deze aandoening onvoldoende cortisol aan door bijnierschade. De ziekte van Addison is ook gekend als "primaire bijnierinsufficiëntie".
Te veel cortisolproductie
Cushing-syndroom
Bij het Cushing-syndroom is sprake van een te hoog cortisolgehalte in het bloed, wat in
medische termen gekend is als "hypercortisolemie". Hierdoor heeft de patiënt teveel bijnierschorshormonen (ACTH). Dit is het gevolg van inname van
medicijnen die
corticosteroïden bevatten, een adrenale tumor (bijniertumor), adrenale
hyperplasie (
adrenogenitaal syndroom), of van een te hoge cortisolproductie door de bijnieren of vanuit de hypofyse.
Ziekte van Cushing
Hierbij gebeurt een te hoge productie van cortisol, wat veroorzaakt is door een ACTH-producerende tumor in de hypofyse (meestal een goedaardige tumor).
Tunnelzicht (verlies van het gezichtsvermogen aan de zijkant),
dubbelzien (diplopie) en
hoofdpijn (cefalalgie) zijn mogelijke symptomen bij een gewoonlijk goedaardige
hypofysetumor die zich verder in de weefsels heeft verspreidt.
Symptomen te weinig en te veel cortisol in het bloed
Te weinig cortisol
Een verlies van eetlust en hierdoor gewichtsverlies,
spierzwakte, vermoeidheid en een toegenomen pigmentatie van de huid, zelfs in gebieden die niet zijn blootgesteld aan de zon, zijn veel voorkomende symptomen van te weinig cortisol in het bloed. Deze symptomen gaan vaak gepaard met een lage bloeddruk (
hypotensie), een lage bloedsuikerspiegel, een laag natriumgehalte in het bloed (
hyponatriëmie), een hoog kaliumgehalte in het bloed (
hyperkaliëmie), en
hypercalciëmie (verhoogd calciumgehalte van het bloed).
Te veel cortisol
De symptomen zijn onder andere vetophoping (
obesitas: meestal op de romp en minder in de armen en
benen), zwangerschapsstriemen (paarse lijnen op de buik), een fragiele en
dunne huid, vaak plassen (
pollakisurie), spierzwakte, een toegenomen lichaamsbeharing (
hirsutisme), overmatige
acne en een vollemaansgezicht (moonface: afgerond
gezicht). Deze symptomen gaan vaak gepaard met een hoge bloeddruk (
hypertensie), laag kaliumgehalte in het bloed (
hypokaliëmie), een hoog bicarbonaatgehalte in het bloed, een hoog glucosegehalte in het bloed (
hyperglykemie) en soms ook diabetes.
Voor het ACTH-bloedonderzoek
De arts bevraagt de patiënt inzake zijn medicatiegebruik, maar ook over de ingenomen
kruiden,
vitaminen, supplementen en andere geneesmiddelen waarvoor geen voorschrift nodig is. Het is belangrijk om 's nachts goed te slapen want slecht slapen beïnvloedt mogelijk de onderzoeksresultaten. De patiënt gaat voorts nuchter naar de arts voor het bloedonderzoek.
Praktisch: Verloop van bloedonderzoek naar adrenocorticotroop hormoon
De arts prikt de patiënt met een naald in een ader in de arm. Het inbrengen van de naald prikt een beetje en doet bij sommige patiënten kort wat
pijn, maar dit verdwijnt veelal snel. Daarna neemt hij een bloedmonster wat voor verder onderzoek naar het laboratorium gaat. Soms is het nodig om het bloed op enkele verschillende momenten tijdens de dag af te nemen, zoals zowel 's morgens, 's middags of 's avonds, omdat het ACTH-gehalte varieert.
Andere onderzoeken
Een ACTH bloedonderzoek gaat normaalgezien steeds gepaard met andere onderzoeken zodat de arts in staat is om het cortisolgehalte te meten. Bij een
"adrenocorticotroop hormoon stimulatietest" identificeert hij de oorzaak van de slechte werking van de bijnieren. Hij onderzoekt met andere woorden de functie van de bijnierschors; na een intraveneuze (in een ader) of intramusculaire (in een spier) toediening van ACTH (of een middel met gelijke werking). Normaalgezien stijgt de concentratie van het cortisol in het plasma en neemt de uitscheiding van corticosteroïden met de urine toe. Een
"dexamethasonsuppressietest" vindt de arts een onderliggende oorzaak voor Cushing omdat hij hierbij de productie van cortisol test. Tot slot is een
"adrenocorticotroop hormoon stimulatie met metyrapon onderzoek" ook nuttig om een onderliggende oorzaak voor Cushing te vinden.
Beïnvloedende factoren voor de testresultaten
De resultaten wijken af wanneer de patiënte menstrueert of zwanger is en 's nachts minder goed slaapt voor het onderzoek. Daarnaast zorgen een recent trauma, veel onder stress staan en bepaalde geneesmiddelen zoals steroïden, hormonen of insuline voor afwijkende resultaten. Ook wanneer het bloedonderzoek slechts op één moment van de dag gebeurt, zijn de resultaten soms anders te interpreteren.
Resultaten bloedtest
De resultaten van het bloedonderzoek waarbij een meting van het adrenocorticotroop hormoon (ACTH) gebeurt, zijn weergegeven in
"picogram per milliliter (pg / ml)". De onderzoeksresultaten hangen wel af van het tijdstip waarom de test is uitgevoerd. Bij volwassenen bedragen de normale resultaten: 6-76 pg / ml (1,3-16,7 pmol / L).
De arts neemt de resultaten van de ACTH- en cortisolonderzoeken meestal samen. Onderstaande tabel geeft een aantal aandoeningen van de hypofyse en de bijnieren weer met daarbij het afwijkende ACTH- en cortisolgehalte.
Ziekte | Cortisol | ACTH |
ziekte van Cushing | hoog | hoog |
bijniertumor | hoog | laag |
ACTH door een tumor tumor buiten de hypofyse, meestal longkanker | hoog | hoog |
ziekte van Addison (trage of beschadigde bijnieren) | laag | hoog |
hypopituïtarisme | laag | laag |
Bron: https://labtestsonline.org/understanding/analytes/acth/tab/test/
Risico's bloedafname
In principe is het afnemen van bloed vrij veilig. Af en toe ontstaan bloedingen, een infectie,
blauwe plekken of lijdt de patiënt aan
duizeligheid.
Lees verder