Pitt-Hopkins syndroom: Afwijkingen aan gezicht en hersenen
Bij het Pitt-Hopkins syndroom heeft de patiënt een matige tot ernstige verstandelijke beperking en een vertraagde ontwikkeling, ademhalingsproblemen, terugkerende aanvallen (epilepsie), en typische gelaatstrekken. Bij deze erfelijke en uiterst zeldzame aandoening verslechteren de symptomen niet, maar de patiënt blijft wel een erg jonge mentale leeftijd behouden. Niettemin is de patiënt vaak erg gelukkig.
Synoniemen Pitt-Hopkins-syndroom
Het Pitt-Hopkins-syndroom is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- PHS
- PTHS
- Severe epileptic encephalopathy with autonomic dysfunction
Epidemiologie
Het Pitt-Hopkins syndroom is een zeer zeldzame aandoening die wereldwijd enkele honderden patiënten telt. Het syndroom kent geen seksuele of etnische voorliefde.
Oorzaken en erfelijkheid
Mutaties (= wijzigingen) in het TCF4-gen veroorzaken het Pitt-Hopkins syndroom. Door de genmutatie treden fouten op bij de DNA-binding. De aandoening kent een autosomaal dominant overervingspatroon, waardoor één kopie van het gewijzigde gen voldoende is om het Pitt-Hopkins syndroom tot uiting te laten komen.
Symptomen: Afwijkingen aan gezicht en hersenen
De symptomen van PHS zijn zeer variabel in ernst. De ziekte is aangeboren maar de meeste symptomen komen vaak pas tijdens de kindertijd tot uiting.
Hersenen
Verstandelijke handicap
Patiënten met het Pitt-Hopkins syndroom hebben een matige tot ernstige verstandelijke beperking. De meeste getroffen patiënten hebben een vertraagde ontwikkeling van psychische en motorische vaardigheden (psychomotorische vertraging). Ze leren trager lopen en ook ontwikkelen ze niet zo snel de fijne motoriek aan, zoals het oppakken van kleine voorwerpen met de vingers. Patiënten met het Pitt-Hopkins syndroom hebben meestal een taalachterstand, al leren sommige patiënten wel enkele woorden zeggen. Veel getroffen patiënten vertonen kenmerken van
autismespectrumstoornissen (autisme: problemen met sociale interactie, communicatie en gedrag).
Epilepsie
Epilepsie komt voor bij de meeste patiënten met het Pitt-Hopkins syndroom en begint meestal tijdens de kindertijd.
Gedrag
Kinderen met het Pitt-Hopkins syndroom hebben meestal een gelukkig, druk en opvallend gedrag en ze glimlachen frequent. Ze maken fladderende bewegingen. Maar
angst en gedragsproblemen zijn ook mogelijk.
Ademhalingsproblemen
Patiënten met het Pitt-Hopkins syndroom vertonen
ademhalingsproblemen. De ademhalingsproblemen vinden alleen plaats wanneer de patiënt wakker is en treden op in de kindertijd. De ademhalingsmoeilijkheden uiten zich door aanvallen van een snelle ademhaling (
hyperventilatie), gevolgd door perioden waarin de ademhaling vertraagt of stopt (apneu). In deze periode ontstaat een gebrek aan zuurstof in het bloed, waardoor de patiënt
cyanose krijgt (blauwkleuring van huid en lippen). Af en toe leidt het zuurstofgebrek zelfs tot
bewusteloosheid. Sommige oudere patiënten met het Pitt-Hopkins syndroom ontwikkelen bredere en afgeronde vinger- en teentoppen (
clubbing) als gevolg van terugkerende aanvallen van een verminderde zuurstof in het bloed. Emoties zoals opwinding of angst of extreme
vermoeidheid zijn een uitlokkende factor voor hyperventilatie.
Gezicht
Patiënten met het Pitt-Hopkins syndroom hebben typische gelaatstrekken. Ze presenteren zich met
dunne wenkbrauwen,
ingevallen ogen, een prominente neus met een hoge neusbrug, een uitgesproken dubbele curve van de bovenlip, een brede mond met volle lippen, en ver uit elkaar geplaatste tanden. De oren zijn meestal dik en komvormig.
Bijkomende symptomen
Andere symptomen van het Pitt-Hopkins syndroom zijn onder meer
constipatie en andere gastro-intestinale problemen, een ongewoon klein hoofd (
microcefalie), bijziendheid (
myopie), scheelzien (
strabisme), een lage spierspanning (
hypotonie), overbeharing of ontkleurde vlekken op de huid,
ataxie (coördinatie- en bewegingsproblemen), een
kort gestalte en kleine hersenafwijkingen. Getroffen patiënten hebben mogelijk eveneens kleine handen en voeten of
platvoeten (pes planus). Jongens met het Pitt-Hopkins syndroom hebben soms niet-ingedaalde teelballen (
cryptorchisme).
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
Een
MRI-scan brengt de hersenafwijkingen in beeld. Ook een
elektro-encefalografie (EEG: hersenfilmpje) nodig wanneer de epileptische aanvallen starten. Een genetisch onderzoek bevestigt de diagnose van de aandoening.
Differentiële diagnose
De arts plakt soms foutief volgende aandoeningen en syndromen op het Pitt-Hopkins syndroom:
Behandeling
Het Pitt-Hopkins syndroom is niet te genezen, maar enkele behandelingsmethoden zijn wel beschikbaar. Plaatjes en gebaren zijn nuttig om te communiceren met de patiënt. De ouder ondersteunt de patiënt ook bij de verzorging wegens zijn lage spierspanning.
Medicijnen zijn nuttig om epilepsie en verstopping in de darmen te voorkomen. Fysiotherapie, ergotherapie en logopedie zijn tevens aanbevolen.
Prognose
Patiënten halen meestal een mentale leeftijd van twee à drie jaar. Ze hebben hierdoor speciaal onderwijs en specifieke begeleiding nodig. De ziekte is niet progressief.
In Nederland is in 2009 de
Stichting Pitt-Hopkins syndroom opgericht rond het zeldzame syndroom. Via de website van de Stichting is het mogelijk om in contact te komen met ouders van deze patiënten en mee te doen aan activiteiten van de Stichting.