Wat zijn de politiebevoegdheden bij controle en opsporing?

Wat zijn de politiebevoegdheden bij controle en opsporing? Wanneer ben je verplicht mee te werken met de politie en wanneer hoef je niet te antwoorden op hun vragen? Niet iedereen kan met zekerheid het juiste antwoord op die vragen geven. De taken controle en opsporing en het verschil in politiebevoegdheden is vooral verwarrend, omdat die bevoegdheden niet gebaseerd zijn op een en dezelfde wetgeving. Het is overigens handig om ze te kennen, omdat zij dagelijks van invloed zijn op onze rechten en plichten. Weten wat je rechten én plichten zijn tegenover een ambtenaar van politie, kan (wederzijds) veel animositeit (en erger) voorkomen. Wat zijn de verschillen tussen de afzonderlijke bevoegdheden per taak precies?

Het verschil in de taken van een ambtenaar van politie

In een maatschappij waar mensen zich aan democratisch afgesproken regels houden, is het prettig wonen. De overheid stelt niet alleen (spel)regels vast, maar moet vanzelfsprekend erop toezien, dat die vastgestelde regels worden gehandhaafd. Wie zich niet aan de wet houdt, kan bijvoorbeeld bij controle vermanend worden toegesproken of bij een geconstateerde overtreding tijdens een controle een boete opgelegd krijgen. Dit alles om uiteindelijk een fijne maatschappij en prettige woonomgeving voor iedereen te waarborgen. Diverse bestuursorganen binnen de Nederlandse overheid hebben taken toegewezen gekregen om handhaving-en controletaken uit te voeren. Een bekend overheidsorgaan met zo'n takenpakket is de Nationale Politie. De taken van een ambtenaar van politie kunnen grofweg verdeeld worden over vier taken, te weten:
  • de intaketaak;
  • de noodhulptaak;
  • de handhavingstaak;
  • de opsporingstaak.

Iedere taak een eigen doelstelling

De vier politietaken dienen telkens een ander doel:
  • de intaketaak richt zich op dienstverlening aan de burger (verder buiten bespreking);
  • de noodhulptaak richt zich op het verlenen van spoedeisende hulp (verder buiten bespreking);
  • de handhavingstaak richt zich op het handhaven (bewaren) van orde en rust en daarnaast de naleving van wetten en regels (controle);
  • de opsporingstaak richt zich op het opsporen van strafbare feiten.

De handhaving- en opsporingstaak hebben niet alleen eigen doelstellingen, maar zijn - vanwege hun karakter - ook van invloed op allerlei andere zaken, zoals:
  • de rechtspositie van een persoon (zijn rechten en plichten);
  • welke specifieke politiebevoegdheden van toepassing zijn.

handhaving / Bron: Eigen verzamelinghandhaving / Bron: Eigen verzameling

Wat houdt de handhavingstaak van een ambtenaar van politie in?

Een politieman controleert in zijn toezichthoudende rol op de naleving van wetten en regels. Hij mag zijn toezichthoudende functie uitoefenen, omdat hij uitdrukkelijk daarvoor bij wet is aangewezen. Bij controletaken maakt een politieman gebruik van bevoegdheden die in de Algemene Wet Bestuursrecht (ABW) staan. Die bevoegdheden zijn verreikend en stellen hem in staat zijn functie zo gedegen mogelijk uit te voeren. Zijn bevoegdheden staan opgesomd in artikel 5 AWB. Het AWB gebruikt de term toezichthouder om handhavers aan te wijzen. De groep toezichthouders omvat uiteraard ook andere mensen dan alleen politieambtenaren. Denk hierbij aan milieu inspecteurs, veldwachters of NS-controleurs.

Het algemeen gebruik van de term opsporingsambtenaar kan voor verwarring zorgen. Dit is wellicht de reden, dat personen soms menen te maken te hebben met een opsporingssituatie en opstandig worden, terwijl het handhaving/controle situatie betreft. De term 'diender' als benaming van een ambtenaar van politie is passender dan de term 'opsporingsambtenaar', omdat de laatste zich - tussen de oren - meer lijkt te richten op de opsporingstaak, ondanks het feit dat de functie onder meer beide taken kan omvatten.

Belanghebbende

Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (art 1:2 lid 1 AWB). Waarom heeft de wet dat gedaan? Dit is om met nadruk aan te geven, dat op dat moment geen enkele sprake is van een verdachte. Wie een politiecontrole ondergaat, dient te beseffen, dat:
  • er nog geen sprake is van een verdenking van een strafbaar feit (men is geen verdachte);
  • medewerking verplicht is.

Misbruik van bevoegdheden

De bevoegdheden die uit de controletaak voortvloeien en die in de AWB staan, mogen niet als voorwendsel ingezet worden, omdat opsporingsbevoegdheden uit het wetboek van strafvordering (WvSv) tekortschieten en onvoldoende handvatten bieden. Met andere woorden: een ambtenaar van politie mag niet controleren, wanneer hij eigenlijk uitsluitend (met nadruk op uitsluitend) wil opsporen. Dit is als zodanig expliciet in de wet opgenomen.

Een politieman maakt van zijn toezichthoudende bevoegdheden slechts gebruik, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak noodzakelijk is (5:13 AWB).

De ambtenaar van politie die artikel 5:13 AWB als toezichthouder niet naleeft, maakt misbruik van zijn bevoegdheden, omdat hij die voor een ander doel gebruikt dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Het is anders, wanneer een politieman op basis van informatie bijvoorbeeld in een politiesysteem opgeslagen, een controle uitvoert. Dat kan bijvoorbeeld een specifieke melding zijn in een politieregister. Dat is gewoon passend binnen de wettelijke kaders. Het verbod op misbruik staat in 3:3 AWB. Een andere wettelijke term voor misbruik van bevoegdheden is détournement de pouvoir. Het gebruik van Franse termen binnen het Nederlands recht is terug te voeren op de ontstaansgeschiedenis van ons recht en dateert uit de tijd van Napoleon.

Overgang van controle naar opsporing

Toezicht op naleving van de Wegenverkeerswet (WVW) is een duidelijk voorbeeld van de controlerende taak van een ambtenaar van politie. Het is een controle die elke volwassen verkeersdeelnemer weleens in zijn leven heeft ondergaan. Te denken valt aan een controle op snelheid, alcoholconsumptie, het hebben van een geldig rijbewijs en/of de benodigde autopapieren.

Wet Mulder

De wettelijke basis om een stopteken te geven (stilhouden motorvoertuig) en het rijbewijs te vragen, staat vermeld in artikel 160 WVW. Er wordt daarmee uitvoering gegeven aan het controleren op de naleving van de WVW. Wie desgevraagd geen rijbewijs bij zich heeft, overtreedt artikel 160 WVW. Dit is een zogenaamde Mulder-feit (lichte overtreding, art 177 lid 1 WVW). Het wordt afgedaan volgens de wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) ook wel bekend als de Wet Mulder. De persoon die geen rijbewijs bij zich heeft en daardoor die niet kan tonen, heet nu belanghebbende en zijn lichte overtreding heet een 'gedraging'. Er is geen verdachte en geen strafbaar feit situatie (geen strafrechtelijke overtreding).

De bevoegdheden op basis van de AWB

De AWB geeft een toezichthouder veel bevoegdheden, zoals:
  • art 5:16 AWB. Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vragen;
  • art 5: 16a AWB. Een toezichthouder is bevoegd van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht (WID);
  • art 5: 19, onder 1 AWB. Een toezichthouder is bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft.

Artikel 5:16a AWB kan een scharnier vormen naar de opsporingstaak. Wie geen rijbewijs kan overleggen, zal namelijk veelal gevraagd worden om zijn identiteitsbewijs. Wie geen identiteitsbewijs kan overleggen (bevoegdheid ID vragen door politie staat in art 8 Politiewet), overtreedt daarmee artikel 447e Wetboek van Strafrecht (WvSr) en riskeert een boete van de tweede categorie. De 'belanghebbende' wordt door die strafrechtelijke overtreding 'verdachte' en de toezichthoudende taak van de politie gaat over naar zijn opsporende taak.

Wat is de opsporende taak van een ambtenaar van politie?

Opsporen betekent het onderzoek van feiten en omstandigheden van een strafbaar feit om bewijs te verzamelen voor het Openbaar Ministerie (OM). Het bewijs wordt toegevoegd aan het strafdossier, dat als basis dient voor de verdere vervolging van de verdachte.

Wanneer sprake is van de opsporingstaak en een verdachte in het spel is, ontvangt de verdachte de cautie. De cautie is de mededeling, dat hij het recht heeft te zwijgen. Anders gezegd hij is niet verplicht is mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Hieruit blijkt het grootste verschil tussen toezicht en opsporing.

In het kader van de opsporingstaak heeft een politieman een scala aan wettelijke bevoegdheden uit het Wetboek van Strafvordering (WvSv) tot zijn beschikking.

Wie betrokken is bij de opsporende taak, dient te beseffen dat:
  • sprake is van een verdacht en/of een strafbaar feit;
  • medewerking van de verdachte niet verplicht is;
  • bepaalde dwangmiddelen op basis van WvSv uitgeoefend kunnen worden.

Dit kan uiteindelijk ertoe leiden, dat een bestuurder bij een verkeerscontrole die geen rijbewijs kan overleggen en vervolgens ook geen identiteitsbewijs kan overleggen (dit is een strafrechtelijke overtreding), door een opsporingsambtenaar op basis van art. 52 WvSv staande gehouden kan worden om zijn identiteit vast te stellen, gefouilleerd (55b WvSv) en zelfs voor een nachtje overgebracht kan worden naar het bureau.
© 2016 - 2024 Meus, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Officier van Justitie, wat houdt dat eigenlijk in?Officier van Justitie, wat houdt dat eigenlijk in?Een Officier van Justitie is een medewerker van het Openbaar Ministerie die belast is met opsporing en vervolging van st…
Misdrijven oplossen met behulp van Opsporing VerzochtMisdrijven oplossen met behulp van Opsporing VerzochtOpsporing Verzocht wordt in 2017 uitgezonden op dinsdagavond om half negen op NPO 1. Samen met uw hulp, wil de politie z…
Als het O.M. vrijspraak vraagtNormaal gesproken klaagt het Openbaar Ministerie of O.M. een verdachte aan en vraagt dan om een straf in haar requisitoi…
Strafrecht & Politie 1 - Taken PolitieStrafrecht & Politie 1 - Taken PolitieStrafrecht en Politie. Wanneer was er Nederlands Strafrecht? Hoe is ons strafrecht gebaseerd op de Code Punal? Wie draag…

Grondwettelijke rechten van Kroonprinses AmaliaGrondwettelijke rechten van Kroonprinses AmaliaAmalia (volledige naam: Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria, Prinses van Oranje, Prinses der Nederlanden, Prinses v…
Het recht van hypotheek, wat is dat?Het recht van hypotheek, wat is dat?Een van de bekendste en meest voorkomende beperkte rechten: het hypotheekrecht. In de praktijk komt een groot deel van d…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: eigen verzameling
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Bestuursrecht_(Nederland);
  • https://www.justis.nl/producten/boa/;
  • https://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2019-01-01;
  • https://wetten.overheid.nl/BWBR0031788/2019-02-01;
  • https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/paspoort-en-identiteitskaart/vraag-en-antwoord/wat-is-de-identificatieplicht;
  • www.cjib.nl;
  • Afbeelding bron 1: Eigen verzameling
Meus (58 artikelen)
Laatste update: 18-03-2020
Rubriek: Wetenschap
Subrubriek: Recht en wet
Bronnen en referenties: 8
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.