Onchocerciasis: Infectieziekte met symptomen aan huid & ogen
Onchocerciasis is een parasitaire infectieziekte veroorzaakt door een worm. Deze ziekte komt vooral voor in bepaalde gebieden van Amerika en Afrika. Door herhaalde blootstelling aan beten van de zwarte vlieg, komen larven in het lichaam terecht die vervolgens uitgroeien tot een worm. De dood van de larven veroorzaakt symptomen aan de ogen en huid in combinatie met ernstige jeuk. Via een wormdodend medicijn valt de tropische aandoening goed te behandelen, maar een lange herbehandeling is wel nodig. Onchocerciasis is onder andere eveneens gekend als “rivierblindheid” omdat de zwarte vliegen die de worm overbrengen, broeden in snelstromende beken en rivieren.
Synoniemen onchocerciasis
Onchocerciasis is eveneens gekend onder deze synoniemen
- onchocerciase
- rivierblindheid
- volvulosis
- ziekte van Robles
Epidemiologie tropische aandoening
Onchocerciasis treft wereldwijd rond de 25 miljoen mensen, waarvan 300.000 blind en 800.000 slechtziend zijn. Na
trachoom (ernstige oogbindvliesontsteking) is dit de meest voorkomende vorm van blindheid als gevolg van een infectie. De meeste patiënten zijn te vinden in West- en Centraal-Afrika en Centraal- en Zuid-Amerika en Jemen. Ongeveer 120 miljoen mensen lopen risico op het krijgen van deze tropische aandoening. De ziekte kent tot slot geen seksuele, raciale of leeftijdsvoorliefde.
Oorzaken: Herhaalde beten van zwarte vliegen
Onchocerciasis is het gevolg van een besmetting met de parasitaire worm
Onchocerca volvulus. De
overdracht gebeurt door zwarte
vliegen van het geslacht
Simulium die tijdens de dag bijten. Deze zwarte vliegen broeden in snelstromende rivieren en beken, meestal in afgelegen dorpen in de buurt van vruchtbaar land, waar mensen afhankelijk zijn van de landbouw. De besmetting van de
parasitaire ooginfectie treedt op wanneer de larven in mensen terechtkomen door blootstelling aan herhaalde beten van een besmette zwarte vlieg. De wormen rijpen in twee tot vier maanden en leven meer dan vijftien jaar. Volwassen wormen bereiken een lengte tot vijftig centimeter maar zijn wel minder dan 0,5 mm in diameter. De wormen leven in onderhuidse
knobbeltjes, vooral in benige uitsteeksels. Deze wormen, die zich in het onderhuidse weefsel bevinden, produceren duizenden larven die zich in de huid en het oog verplaatsen. In de huid bevinden zich vervolgens enorme aantallen microfilariën (larven) die mogelijk de ogen binnenvallen. Levende larven veroorzaken relatief weinig schade, maar dode parasieten leiden tot ernstige
allergische reacties.
Symptomen aan huid en ogen
Huid
De symptomen beginnen meestal ongeveer één tot drie jaar na het oplopen van de besmetting. In eerste instantie heeft de patiënt last van ernstige, gegeneraliseerde jeuk (pruritus), wat gepaard gaat met
netelroos (
huidziekte met jeukende bultjes op het huidoppervlak) en snel verdwijnend
oedeem. Onder de huid verschijnen knobbeltjes. Bij een donker
huidtype vinden huidverkleuringen plaats. Na verloop van tijd vinden meer chronische inflammatoire veranderingen plaats waarbij een
ruwe huid (luipaardhuid) ontstaat die niet meer elastisch is. Losse huidplooien in de lies (hangende liezen) en
vergrote lymfeklieren zijn andere kenmerken van onchocerciasis.
Ogen
In het oog veroorzaken dode larven een oogbindvliesontsteking (
conjunctivitis), scleroserende
keratitis (hoornvliesontsteking),
uveïtis (type
oogontsteking waarbij de middelste laag ontstoken is) en secundaire
glaucoom (verhoogde oogdruk waarbij mogelijk de oogzenuw schade oploopt hetgeen leidt tot een verlies van het gezichtsvermogen). Een aantal patiënten lijdt eveneens aan
choroïdoretinitis (
ontsteking van het vaatvlies en netvlies in het oog). De oogproblemen die gepaard gaan met de oogziekte vinden plaats bij een chronische zware infectie. Bij deze oogproblemen heeft de patiënt last van jeuk en
irritatie aan het
oogbindvlies. De oogproblemen ontwikkelen zich langzaam maar breiden wel uit waardoor de patiënt uiteindelijk blind wordt.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
In endemische gebieden gebeurt de diagnose vaak klinisch. Via een
huidbiopsie zijn de larven microscopisch te identificeren. De arts voert eveneens een
bloedonderzoek uit en hierbij is een toestand van eosinofilie (toeneming van het aantal eosinofiele cellen in het bloed) merkbaar. Verder is een spleetlamponderzoek van de ogen nuttig want dit
oogonderzoek onthult de aanwezigheid van larven.
Differentiële diagnose
De tropische aandoening verwart de arts soms met enkele andere aandoeningen, omdat het klinisch beeld hiervan de symptomenreeks van onchocerciasis nabootst.
Behandeling van larven van de worm via anthelminthicum
Ivermectine is een zogenaamd
anthelminthicum (wormdodend medicijn) wat de arts inzet bij de behandeling van onchocerciasis. Dit medicijn doodt larven en voorkomt dat deze binnen zes tot twaalf maanden terugkeren. Het geneesmiddel heeft weinig effect op volwassen wormen, dus een jaarlijkse (of halfjaarlijkse) herbehandeling is nodig. De herbehandeling is tien tot vijftien jaar nodig want zolang blijft de worm leven. Bij patiënten die geïnfecteerd zijn met Loa loa (parasitaire worm die zwelling rond de gewrichten en een oogworm veroorzaakt) veroorzaakt Ivermectine af en toe ernstige allergische reacties, waaronder een toxische
encefalopathie (gevaarlijke
hersenaandoening).
Preventie infectieziekte
De Wereldgezondheidsorganisatie heeft sinds 1974 in West-Afrika een programma opgericht om de zwarte vliegen te bestrijden. In 1989 kwam een massabehandeling met ivermectine op gang. Hierdoor is het aantal infecties verlaagd en komen minder complicaties voor.
Lees verder