Tsaar Nicolaas II - zijn moeizame leven en gewelddadige dood

In juli 1918 werden Tsaar Nicolaas II van Rusland, zijn gezin en een aantal mensen uit zijn gevolg, vermoord door aanhangers van het bolsjewistisch bewind dat in oktober 1917 in het land een communistische dictatuur had gevestigd. Aan dat gewelddadige einde ging een moeizaam leven vooraf. Moeizaam omdat deze tsaar niet over de capaciteiten en karaktereigenschappen beschikte die nodig waren om zijn enorme rijk adequaat te kunnen besturen. Waarbij hij ook nog eens te kampen had met grote maatschappelijke en politieke problemen – onrust en opstanden waren eerder regel dan uitzondering. Hervormingen waren noodzakelijk, maar werden niet doorgevoerd door deze conservatieve, autocratisch regerende vorst. Het gewelddadige einde van zijn leven betekende tevens het eind van een eeuwenoud tsarenregime in Rusland.

Inhoud


Rusland in de tweede helft van de 19e eeuw

Rusland was medio 19e eeuw op economisch, sociaal en politiek gebied achtergebleven bij de andere Europese mogendheden. De grootvader van Nicolaas II, Tsaar Alexander II, die regeerde van 1855-1881, voerde wel wat hervormingen door; de bekendste is de opheffing van de lijfeigenschap in 1861. De positie van de boeren, 85% van de bevolking, verbeterde zo wel, maar er bleven talrijke problemen bestaan. Zo kregen de voormalige lijfeigenen vaak zo weinig grond toebedeeld dat ze nog in armoede moesten leven en er bij misoogsten al snel hongersnoden dreigden.

In de absolute monarchie was nauwelijks ruimte voor oppositie. Er bestond ook niet, zoals in de West-Europese landen, een groeiende burgerklasse die liberale hervormingen wist te bewerkstelligen; de adel gaf nog altijd de toon aan. Dit hing samen met het uitblijven van industrialisatie zoals elders in Europa. Er waren wel overwegend kleine groeperingen in de samenleving die radicale veranderingen nastreefden. Zo was er de groep van radicale ‘intelligentia’, vaak afkomstig uit de aristocratie. De extremen onder hen waren de 'nihilisten' die ‘niets’ van de bestaande orde wilden handhaven en hun doel trachtten te bereiken door terroristische aanslagen. Zo werden er op de in principe welwillende tsaar Alexander II maar liefst zes aanslagen gepleegd. Mede dankzij de wijdvertakte geheime politie was het tsarenregime echter in staat zich te handhaven. Toch gelukte het een aantal revolutionairen Tsaar Alexander II door een bomaanslag te doden.

Alexander III (tsaar van 1881-1994)

Het effect dat met de moordaanslag bereikt werd was een streng, reactionair bewind van zoon Alexander III . Dit was een forse kerel, met het uiterlijk van een Russische boer, een man die bovendien grof was, van vechten en drinken hielden. Zijn vrouw Maria, geboren als de Deense Prinses Dagmar, was geheel anders; ze hield van ceremonie en mooie kleding. Ze trouwden in 1866 en hadden, anders dan wellicht verwacht, een goed huwelijk. In 1868 werd zoon geboren: tsarevitsj Nicolaas.

Alexander was een reactionaire autocraat, maar hij begreep wel dat de tijden veranderden en dat Rusland niet achterop moest raken bij de andere Europese grootmachten. Hij gaf ruimte aan de regering, met name minister Sergej Witte van Financiën, om de industrialisatie in recordtempo te realiseren. Dat gebeurde met leningen van buitenlands geld waar graanleveranties tegenover stonden. Wittes politiek was succesvol. in 1900 was de productie van de benodigde grondstoffen enorm toegenomen, het spoorwegnet breidde zich geweldig uit (onder andere met de Transsiberische spoorlijn), de Russische textielindustrie behoorde dat jaar tot de vijf grootste ter wereld en de olie die in Bakoe gevonden werd maakte de helft uit van het wereldaanbod.

Binnenlandse en buitenlandse politiek van Alexander III

Er was dus toenemende industrialisatie en economische groei ten tijde van Alexander III, maar ook oppositie tegen zijn bewind die met zware repressie van de kant van de overheid werd bestreden. Dat ging gepaard met verscherping van de censuur en versterking van de geheime politie die onder meer door middel van infiltratie in revolutionaire kringen terroristische acties probeerde te voorkomen. Maar ondertussen bleven terroristen, die het op het tsarenregime hadden gemunt, actief.

Het Russische rijk was immens groot en omvatte talrijke volkeren, talen en culturen. Het nationalisme, dat als politieke ideologie in de 19e eeuw bloeide in Europa, speelde dan ook juist in Rusland een belangrijke rol in de binnenlandse politiek. Dat was ook het geval in de buitenlandse politiek waarbij het gekoppeld was aan het zogenaamde panslavisme – Rusland wierp zich graag op als beschermer der Slavische broedervolkeren. En het land was volop betrokken bij het Modern Imperialisme dat zo kenmerkend is voor die periode in de geschiedenis. De bijbehorende machtsuitbreiding vond plaats in zowel oostelijke als zuidelijke richting. Ook werd gestreefd naar russificatie van de randgebieden zowel in het westen als het noorden.

Nicolaas II (1868-1918) – tsaar vanaf 1894

In 1868 werd dus uit het huwelijk van Alexander en Dagmar zoon Nicolaas geboren. Hij was een neef (oomzegger) van de Engelse Koning Edward VII die in 1901 op de Britse troon kwam als opvolger van Koningin Victoria; Edward VII was namelijk gehuwd met Prinses Alexandra van Denemarken, een zuster van zijn moeder. In 1884 maakte tsaveritsj Nicolaas kennis met de toen twaalfjarige Alix van Hessen-Darmstad. Zij wordt omschreven als vorstelijk van gestalte en zeer gelovig en vroom, maar ook kwetsbaar met een neiging tot hysterie. Ook zij was verwant met het Engelse koningshuis: haar moeder was een dochter van Koningin Victoria. Victoria was tegen het huwelijk (ze wist maar al te goed hoe onzeker het bestaan van de tsarenfamilie was). Ook Keizer Wilhelm II (een kleinzoon van Victoria dus eveneens familie van zowel het Russische als het Engelse vorstenhuis) was er tegen. Maar uiteindelijk legde zowel hij als de Britse vorstin zich neer bij het huwelijk.

In 1894 werd Tsaar Alexander III ziek en overleed onverwacht. Diezelfde dag legde de tsarevitsj de eed af, in de tuin van het Winterpaleis in de hoofdstad, Sint-Petersburg, en werd daarmee tsaar Nicolaas II. De volgende dag werd Alix opgenomen in de Russisch-orthodoxe Kerk en kreeg daarbij de naam Alexandra Fjodorovna. Op 26 november dat jaar traden Nicolaas en Alexandra in het huwelijk

De eerste jaren

Tsaar Nicolaas II en tsarina Alexandra zetten al vanaf het begin dat ze aantraden een gewoonte in gang die lang bleef bestaan: Ze begonnen het jaar in het Winterpaleis en brachten met ingang van Pasen de zomer door in twee andere keizerlijke paleizen in de hoofdstad. Het laatste deel van het jaar maakten ze een rondreis, onder meer met het tsaristische jacht, waarbij ook de Krim – de tsaren hadden hun residentie daar in Livadia – en Polen werden aangedaan.

De kanselarij van het enorme rijk was in de loop der jaren uitgegroeid tot een gigantische bureaucratie. Nicolaas was een zwakke persoonlijkheid, zonder de bekwaamheden die vereist zijn om in zulke moeilijke omstandigheden de situatie in de hand te houden. Daarbij werd de tsaar bij de uitoefening van zijn zware ambt gehinderd door zijn ooms (met name de Grootvorst Alexej, een broer van zijn vader) en ook door zijn moeder, die het niet kon vinden met de nieuwe tsarina. Ook van zijn ministers had hij weinig steun te verwachten: met te velen van hen was er geen goede relatie. Wel putte hij troost en geluk uit zijn huwelijk. In 1895 werd zijn eerste kind geboren: een meisje dat Olga genoemd werd. Daarna volgden er zo ongeveer om de twee jaar nog drie dochters: Tatiana, Maria en Anastasia. Na de laatste dochter duurde het nog drie jaar voor in 1904 de langverwachte troonopvolger tsarevitsj Aleksej ter wereld kwam.

De Buitenlandse politiek

Wat betreft de buitenlandse politiek kwam Nicolaas tegenover Keizer Wilhelm II van Duitsland te staan. Sowieso was Wilhelm niet zo gecharmeerd van de nieuwe tsaar: hij omschreef hem als “klein van stuk, zwak en uiterst verlegen”. Wel probeerde de keizer Rusland op te zetten tegen aartsvijand Frankrijk. Dat lukte niet: de tsaar kreeg op den duur meer sympathie voor de politici in Parijs dan voor Wilhelm en de zijnen. Dit paste bij het beeld van de totstandkoming der bondgenootschappen in die periode van de imperialistische politiek der grote mogendheden . Daarbij was Rusland steeds meer tegenover Duitsland en aan de zijde van Frankrijk komen te staan, wat uitmondde in de zogenaamde Tweebond van 1895 (van Rusland en Frankrijk). Engeland sloot zich in 1907 bij hen aan. Samen vormde het drietal in dat jaar de Triple Entente, die steeds duidelijker kwam te staan tegenover partners van de Driebond (1882), Duitsland, Oostenrijk en Italië. Een tegenstelling die uiteindelijk leidde tot de wereldoorlog van 1914-1918. Bij de nationalistische Bokseropstand in China in 1900, schaarde Rusland zich nog wel aan de zijde van de betrokken westerse imperialistische mogendheden (inclusief Duitsland) en Japan viel de Chinezen aan en verwierf daarbij zeggenschap over Mantsjoerije.

Spirituele beïnvloeding; toenemende ontevredenheid; Bloedige Zondag, 1905

In 1900 werd ook de tsaar ziek en in de familie Romanov kwam de vraag aan de orde wie hem bij eventueel overlijden zou moeten opvolgen. In die situatie ontpopte de tsarina, die toen in verwachting was van haar vierde kind, zich als plaatsvervanger van haar echtgenoot. Nicolaas II herstelde, maar Alexandra was er ondertussen van overtuigd geraakt dat zij de beschermer van (de belangen van) haar gezin en haar echtgenoot was.

Het paar was hevig teleurgesteld dat er niet een zoon maar weer een meisje werd geboren. Nog steeds was daar niet de gewenste troonopvolger en dat maakte de tsaar en tsarina wanhopig. Nu waren beiden sterk religieus gericht en stonden daarbij ook open voor de helende werking van Gods Geest door middel van een persoon die daartoe van Hogerhand was toegerust (dan wel, waarvan dat werd verondersteld). Toen ze dan ook in 1902 in contact kwamen met de Franse spiritueel genezer Nizier Anthelme Philippe, stonden ze spoedig onder diens invloed. Niet alleen werd er met hem gebeden, ze luisterden ook naar politieke adviezen van zijn kant. Toen bleek dat Alexandra weer zwanger was, profeteerde Philippe dat Rusland uitverkoren was ‘om het Verre Oosten te domineren’. En gezien de successen in Mantsjoerije leek die profetie ook inderdaad uit te komen. Toch besloot Nicolaas de contacten met Philippe te beëindigen, onder sterke druk van bezorgde familieleden. Overladen met geschenken verliet de genezer het hof.

Rusland kende in de periode 1880-’90 economische voorspoed met name door industrialisatie. Daarmee ging een trek van het platteland naar de steden gepaard, waar zich zo een omvangrijk proletariaat vormde. Toch vormden de plattelanders, waarvan de grootste groep arme boeren waren, nog steeds 85% van de Russische bevolking. Proletariaat in de steden en armoede op het platteland, met andere woorden, de economische voorspoed gold slechts voor een relatief kleine groep. Sterker nog, in het begin van de 20e eeuw waren er in Rusland hongersnoden en leefden velen in armoede. De ontevredenheid onder de bevolking nam ernstige vormen aan.

De eerste opstand in Rusland, 1905

Rusland opereerde in het verre oosten dus als imperialistische mogendheid, wat spoedig door Japan, die in de regio ook streefde naar uitbreiding van de macht, als bedreigend werd ervaren. De tegenstelling tussen de twee landen leidde tot een oorlog waarbij de Russen in 1905 een smadelijke nederlaag leden. Dit had ook binnenlandse consequenties voor Rusland: de nederlaag gaf het sein tot revolutionaire woelingen, stakingen en gewelddadige represailles van de kant van het regime. De ellende begon met ‘bloedige zondag, 22 januari ’05. In juni brak daarbij ook nog eens muiterij uit op de oorlogsschepen. De tsaar kondigde, met grote tegenzin, aan een gekozen volksvertegenwoordiging (Doema) bijeen te zullen roepen. Dat hielp niet, daarom stelde hij de, ook voor liberalen wel aanvaardbare, oud-gediende S. Witte als minister aan. En met nog meer tegenzin maakte hij bekend dat er in oktober een liberale grondwet zou komen. De gematigden onder de oppositie waren voorlopig tevreden gesteld, maar de meer radicale elementen, sociaal-revolutionairen met name, zetten de strijd voort. In de Oostzee-gewesten namen de boerenonlusten gevaarlijke afmetingen aan en in Sint-Petersburg werd een sovjet (raad van boeren en arbeiders) in het leven geroepen onder leiding van Leo Trotski. Vladimir Lenin, de leider van de zogenaamde bolsjewieken onder de sociaal-democraten, kwam heimelijk terug uit Genève.

Toch een opvolger voor Nicolaas II

Terwijl de Russisch-Japanse oorlog woedde was in augustus 1904 dan toch eindelijk de zo vurig gewenste zoon geboren: tsarevitsj Aleksej. Spoedig keerde de vreugde om in grote zorg: de kleine grootvorst bleek aan hemofilie te lijden, “de vreselijke ziekte van de Engelse tak van de familie” (ten tijde van Koningin Victoria), zoals de oudste zuster van de tsaar, Grootvorstin Ksenia, het omschreef (Montefiore p. 598). De ouders besloten de ziekte geheim te houden, wat de druk op de toch al hysterische tsarina en fatalistische tsaar sterk verhoogde. De situatie verslechterde vanzelfsprekend in 1905 nog meer door de fatale afloop van de oorlog in het Verre Oosten, de gebeurtenissen op ‘bloedige zondag’, de bloedige onlusten die er sindsdien waren in het tsarenrijk en de repressie van het regime als reactie daarop.

Raspoetin

In november dat jaar, toen ze dieper dan ooit in de put zaten, ontmoetten Nicolaas en Alexandra voor het eerst Grigori Raspoetin, een voormalige boer uit Siberië die als starets (monnik / geestelijk leider) rondtrok en ook wel ‘man van God’ werd genoemd. Hij zou een ’ziener’ zijn die over genezende krachten beschikt. De ontmoeting had een ‘heilzame’ werking op het tsarenpaar. Ze zagen in hem een opvolger van ‘meester Philippe’ waarvan ze in 1902 afscheid hadden moeten nemen. Later ontmoetten ze Raspoetin vaker. Toen de kleine Aleksej twee jaar was kwam ‘Onze vriend’ langs terwijl het kind aan een bloeding leed. De starets ging in gebed en het lukte hem om de ouders, die grote angsten uitstonden omdat hun zoon zou kunnen overlijden, te kalmeren. Ook met Aleksej moet er wat gebeurd zijn, want de tsaar en met name zijn vrouw waren sindsdien diep onder de indruk van die 'Man Gods'. In de loop der jaren slaagde deze erin steeds meer macht te krijgen aan het hof en zijn invloed, ook op politiek gebied, uit te breiden. Maar ook ondervond hij steeds meer weerstand aan het hof. Zo drong de moeder van de tsaar in 1912 er bij de nieuwe eerste minister, Vladimir Kokovtsov, aan op maatregelen.; ze vreesde dat ‘die avonturier’ haar schoondochter en de dynastie ten gronde zou richten. Maar de premier kreeg het niet voor elkaar, evenmin als andere hoogwaardigheidsbekleders – de tsaar weigerde ‘Onze vriend’ uit Sint-Petersburg te laten verwijderen overtuigd als ook hij ervan was dat hij zonder diens gebeden de vele moeilijkheden waar hij mee te maken had niet het hoofd kon bieden. En Alexandra meende in verband met alle beschuldigingen die tegen Raspoetin geuit werden: “Heiligen worden altijd belasterd”. (Montefiore p. 639)

Actie en reactie naar aanleiding van de onlusten van 1905

De tsaar had getracht door harde aanpak de onlusten te bedwingen, maar hij ontkwam ook niet aan tegemoetkomingen van zijn kant. Zo had hij dus een Doema toegezegd. De eerste kwam in april 1906 bijeen, maar werd in juli al weer werd ontbonden. In 1907 kwamen er verkiezingen voor een tweede Doema. Die leverde een versterking van links op, waarop, als reactie van het tsarenregime, de bevoegdheden van de volksvertegenwoordiging werden beperkt. Vervolgens voerden de revolutionairen de druk op; zo vond er een moordaanslag plaats op een minister. Dat was voor de tsaar aanleiding om de nieuwe sterke man in de regering, minister van Binnenlandse zaken P.A. Stolpyn, te gelasten nog harder op te treden. Dat deed hij. Toch was Stolpyn ook degene die zich inzette voor hervormingen. Zijn beleid had tot gevolg dat er een nieuwe economische bloeiperiode aanbrak die tot 1914 voortduurde. Die bloei nam de revolutionairen de wind uit de zeilen. In 1911 kwam de voortvarend optredende Stolpyn – toen minister-president – door een moordaanslag om het leven. De achtergronden daarvan zijn nooit duidelijk geworden; vermoed wordt dat reactionaire tegenstanders van de minister, die onder meer verkaveling van het grootgrondbezit nastreefde, er achter zaten. (Wereldgeschiedenis deel 8, p. 92)

De dood van Stolpyn was koren op de molen van de radicale revolutionairen: zij konden profiteren van de ontevredenheid onder de bevolking die sindsdien weer was toegenomen. Het aantal stakingen nam toe wat weer gewelddadige reacties van het regime tot gevolg had. Op het platteland wakkerden de sociaal-revolutionairen de onrust aan, waarbij terroristische aanslagen niet werden geschuwd; in de steden waren de marxistische sociaal-democraten vooral actief. In 1903 waren de laatsten uiteengevallen in twee kampen: de mensjewiki en de bolsjewiki. De bolsjewiki waren in de periode vóór de Eerste Wereldoorlog niet radicaler, maar wel strijdbaarder en beter georganiseerd.

Aan de vooravond van de Grote Oorlog

In de bondgenootschappen die er in die tijd op het internationale vlak tot stand waren gekomen, was dus Rusland tegenover Oostenrijk komen te staan. Beide landen hadden tegengestelde belangen op de Balkan. En in Duitsland stond Keizer Wilhelm, en met hem vele anderen, te popelen om het sterke leger dat opgebouwd was nu ook daadwerkelijk in te zetten om de Duitse positie in de wereld verder te versterken. Rusland wilde wat de weltpolitik betreft eveneens niet achterblijven en nam, zoals alle Europese grote mogendheden, de bewapening stevig ter hand – wat te meer nodig was sinds de nederlagen van 1905. De florerende economie maakte dat ook mogelijk.

Vooral op de Balkan werd de situatie explosief, ook vanwege het panslavisme, waarbij Rusland mede uit imperialistische overwegingen bij oorlogen en dreiging van oorlogen gaarne de kant van de Slavische broedervolken koos. En vanwege de afbrokkeling van de Ottomaanse (Turkse) macht in de regio was er gelegenheid om gebied uit te breiden of, voor anderen, autonomie te verwerven. In 1913 leidden de groeiende tegenstellingen tot twee Balkan-oorlogen. Turkije had zich aan de kant van de Driebond (Duitsland, Oostenrijk en Italië) geschaard. Eén vonk was genoeg om het kruitvat tot ontploffing te brengen

De Eerste Wereldoorlog – het einde van het tsarenregime nadert

In juni 1914 – op de 15e volgens de toen nog geldende Juliaanse kalender (‘oude tijd’) – werd de Oostenrijkse troonopvolger vermoord door de Servische nationalist Gavrilo Princip. Voor Oostenrijk de perfecte aanleiding om vijand Servië uit te schakelen. Keizer Wilhelm II zegde zijn steun toe en Oostenrijk stelde Servië een ultimatum over de berechting van de daders – een ultimatum waaraan het land niet kon voldoen. De tsaar en zijn minister van Buitenlandse Zaken Sergey Sazonov vonden dat ze het broedervolk niet in de steek moesten laten. Bovendien had de Franse president Raymond Poincaré toegezegd Rusland te zullen steunen. Op 28 juli verklaarde Oostenrijk de oorlog aan Servië en hoge Russische legerautoriteiten drongen er bij de tsaar op aan de algehele mobilisatie van het leger af te kondigen. Dat deed hij, met tegenzin, dat wel. Zo zette ’s werelds grootste leger, 4 miljoen manschappen, zich in beweging. Op 17 augustus drongen Russische troepen Oost-Pruisen binnen (het noordoostelijk front). Eerst behaalden ze successen, maar spoedig werden ze teruggeslagen (slag bij Tannenberg, 26-30 augustus). De Russen hielden het langer vol tegen de Oostenrijkers aan het zuidoostelijk front (Galicië), maar toen schoten de Duitsers de Oostenrijkers te hulp en in mei 1915 werden ook daar de Russen teruggeslagen. Vanaf eind oktober 1914 was er een derde front bij gekomen, tegen de Turken. Russische steden aan de Zwarte zee werden beschoten door Turkse schepen onder Duits bevel. 2 november verklaarden de Russen aan Turkije de oorlog, daarbij direct gevolgd door de andere geallieerden.

Het thuisfront

De Tsaar reisde per trein naar het oostelijk front om de troepen te inspecteren. Ondertussen wijdden de tsarina en haar dochters in Sint-Petersburg zich aan de verpleging van gewonde soldaten; niet met tegenzin, integendeel, de tsarina bloeide op van dat nuttige vrijwilligerswerk. Wel maakte ze zich zorgen over het aanzien en gezag dat haar echtgenoot onder de soldaten genoot. Ze meende dat opperbevelhebber Grootvorst Nicolasja, een neef van de tsaar, hem overschaduwde. Ze spoorde haar echtgenoot aan te laten zien dat hij de baas was en niet zijn neef; ze hield Nicolaas voor dat hij te aardig en te vriendelijk was.

In mei 1915 keerde ook de strijd aan het zuidoostelijk front ten goede van de Centralen (Duitsland, Oostenrijk en bondgenoten). Aan het noordoostelijk front vielen de Duitsers Polen binnen en rukten daar verder op. In juni werden bij Lvov maar liefst 750.000 Russische soldaten krijgsgevangen gemaakt. Ook was de aanvoer van munitie en andere voorraden een probleem. In Moskou braken anti-Duitse rellen uit.

Alexandra weet de Russische nederlagen aan de afwijzing, door met name opperbevelhebber Nicolasja, van Raspoetin. Deze was naar Petrograd – de naam Sint-Petersburg was veranderd omdat die zo Duits klonk – teruggekeerd om de tsarenfamilie bij te staan in die zware tijden. Daarnaast gaf hij zich over aan drank en seksuele uitspattingen in Petrograd. De politiechef van de stad was daarvan op de hoogte en rapporteerde erover aan de tsaar. Maar deze legde het rapport naast zich neer.

Roep om hervorming

Vanwege de verliezen in de oorlog was het duidelijk dat het functioneren van het Russische leger moest verbeteren; modernisering, hervormingen, onder meer verbetering van de bevoorrading, waren nodig. Op verzoek van de legerleiding riep daartoe de tsaar de Doema bijeen – er was immers veel geld nodig voor de verbeteringen. De Doema eiste een regering van nationale eenheid. Nicolaas weigerde daar op in te gaan, mede op aandringen van Alexandra die vond dat haar echtgenoot autocratischer moest regeren, niet buigen voor de Doema en vooral niet voor Nikolasja – die ze haatte. Ze hield Nicolaas ook voor dat hij haar nodig had, naar haar moest luisteren. “God wil dat je arme vrouwtje je helpt, zegt Grigori [monnik Raspoetin] altijd en Monsieur Philippe ook,” zo schreef ze hem. (Montefiore p. 673.)

Het bleef slecht gaan met de oorlog en Alexandra liet Raspoetin weer overkomen uit Siberië om de tsaar bij te staan. De tsaar besloot vervolgens zelf, in plaats van zijn neef, het opperbevel over het leger op zich te nemen. Dit tot woede van de meeste ministers die totaal geen vertrouwen hadden in zijn militaire inzichten en meenden dat de tsaar zich niet met de leiding van het leger maar met de leiding van het land moest bezighouden. Maar Nicolaas zette door, gesteund door zijn vrouw, die zich op haar beurt weer gesteund wist door Raspoetin.

Opmars van het Russische leger gestuit

Onder invloed van Raspoetin benoemde de tsaar in januari 1916 de reactionaire, gepensioneerde gouverneur Boris Stürmer tot premier. Dat gaf weinig reden tot hoop op verbetering van de situatie. Desondanks besloot de Russische legerleiding in maart 1916 tot een offensief aan het noordoostelijk front bij Vilnius, te meer omdat de Duitsers in die tijd aan het westelijk front werden beziggehouden door de strijd bij Verdun. Het offensief liep echter rampzalig af voor de Russen. In het zuiden ging het beter sinds generaal Broesilov daar de leiding had. Hij nam maatregelen die het functioneren van het leger sterk ten goede kwamen. In mei slaagde hij erin door de Oostenrijkse linies heen te breken en in de zomer die volgde wist hij de opmars voort te zetten. Toch bleek uiteindelijk het Duitse leger dat de Oostenrijkers te hulp was gekomen, te sterk voor de Russen. In september stokte de opmars. Mede door het miserabele transportwezen en de geringe productie van goederen was de bevoorrading weer een probleem geworden. Ook hadden de Russen enorme verliezen geleden: medio september waren er aan het front in het zuiden een miljoen Russische soldaten gesneuveld. En wat misschien nog nadeliger was voor de Russen: het moreel aan het thuisfront stortte steeds verder in.

Raspoetin uit de weg geruimd

De tsarina bemoeide zich, nog steeds in ruggespraak met Raspoetin, niet alleen met de legerleiding maar ook met het binnenlands bestuur. Ze ontsloeg bepaalde ministers en benoemde Stürmer op meerdere posten tegelijk. Bovendien zorgde ze ervoor dat de excentrieke Aleksandr Protopopov, een vriend van Raspoetin, tot minister van Binnenlandse Zaken (en daarmee ook tot hoofd van de politie en voedselvoorziening) werd benoemd. Twee onbekwame en omstreden figuren (Srürmer en Protopopov) aan de top van de regering, samen met ‘die Duitse prinses’ (de tsarina) was teveel voor het prestige van de tsarenmonarchie. Ze werden onder meer verdacht van geheime contacten met Duitsland. De weerstand in de Doema groeide, geruchten over de kwalijke rol die de ‘gevaarlijke gek’ Raspoetin speelde bij de terugslag waarmee het leger te maken had en het verdachte gedrag van de tsaar en tsarina deden volop de ronde in de societykringen van Petrograd.

Op 7 november bracht Nicolasja een bezoek aan het hoofdkwartier (aan het front) van de tsaar en waarschuwde deze voor wat er aan de hand was in de hoofdstad in verband met de invloed van Raspoetin. Ook familieleden, diverse raadgevers en andere leden van de aristocratie waarschuwden hem. Maar de tsaar was niet voor rede vatbaar. (Hierbij dient bedacht te worden dat de sterke positie van Raspoetin samenhing met de ziekte van zoon Aleksj; een ziekte die dus angstvallig geheim gehouden werd door de ouders.) Vorst Felix Joesoepov, familie van de tsaar, besloot dat Raspoetin uit de weg geruimd moest worden. Hij smeedde met een ander familielid en tevens vriend, Grootvorst Dmitri Pavlovitsj een complot.

De afrekening, 16 december 1916

16 december (oude tijd) was de uitgekozen dag. De samenzweerders nodigden Raspoetin uit voor een bezoek aan Joesoepov in diens paleis. Protopopov kwam er achter en waarschuwde de starets. Deze beloofde dat hij niet de deur uit zou gaan. Ondertussen mengden de samenzweerders in het paleis van Joesoepov gif met wijn om Raspoetin om te brengen. Vervolgens werd deze opgehaald. Hij ging inderdaad mee, ondanks de waarschuwing. Raspoetin werd een kelderruimte binnen gebracht die als feestzaal was ingericht. Ze schonken hem wijn in en presenteerden daarbij ook vergiftigde gebakjes. Hij dronk en at alles gretig op – zoals hij altijd deed, maar er gebeurde niets. Toen haalde Joesoepov een pistool te voorschijn en schoot op de monnik. Deze gilde en viel hevig bloedend neer. Volgens verslag later van zijn moordenaar, stond de monnik daarna toch op en viel zijn belager aan. Een worsteling volgde waarbij het Raspoetin lukte om, luid gillend en scheldend, naar de binnenplaats te strompelen. Een van de andere samenzweerders, Vladimir Poerisjkevits, een lid van de Doema die ook aanwezig was, schoot verschillende malen op hem. Poerisjkevits was echter dronken en het lukte hem pas na meerdere schoten Raspoetin in de rug te raken. Toch leefde deze nog; hij werd geslagen met een halter, maar een schot van dichtbij door zijn hoofd doodde hem pas definitief. De samenzweerders dumpten het lijk in een wak in de bevroren Kleine Neva.

Twee revoluties in 1917

De gegoede standen en het publiek in het algemeen juichten de dood van Raspoetin toe. De meeste Romanovs ook, de tsarina echter was onthutst en de tsaar zei: “Ik schaam me dat de handen van mijn familieleden bezoedeld zijn met het bloed van een eenvoudige boer.“ (Montefiore p. 700).) De ’Romanov-kliek’ wist waar de daders gezocht moesten worden en ze beraamden plannen om de moordenaars te beschermen. Ze realiseerden zich toch ook dat door de moord de monarchie niet gered was; Protopopov bleef in feite de sterke man op de achterrond wat de regering betreft. De tsarina werd als een gevaar beschouwd voor het voortbestaan van de Romanov-heerschappij. Ook het leger werd niet vertrouwd. Leden van de familie en het hof drongen er bij de tsaar op aan alles te doen om te proberen het vertrouwen van het volk terug te winnen. Men raadde aan hervormingen door te voeren; Nicolaas werd zelfs in overweging gegeven af te treden. Maar de tsaar liet zich niet gezeggen. Hij keerde terug naar het hoofdkwartier aan het front.

Februari-revolutie, 1917

]In Petrograd kwam het in februari tot ernstige onlusten. De tsaar gaf bevel de opstand neer te slaan. Er werd geschoten, er vielen veel slachtoffers en de opstandigheid nam alleen maar toe. De tsaar besloot terug te gaan naar de hoofdstad. Daar was ondertussen de situatie zo uit de hand gelopen dat de orde niet meer te handhaven viel. In feite was de stad in handen van de sovjet aldaar. Leden van de Doema kwamen samen en een van hen, de socialistische advocaat Aleksandr Kereknski, die ook lid van de sovjet was, trad op als bemiddelaar tussen de twee instanties. Besloten werd een Voorlopige Regering te vormen.

Nog voor de tsaar de hoofdstad bereikt had lukte het de legerleiding hem duidelijk te maken dat de situatie hopeloos was en dat hij maar beter kon aftreden. Dat deed hij, op 2 maart 1917 (oude tijd), onder voorwaarde dat zijn broer Michaël hem zou opvolgen. Slechts één dag zou deze als Michael II tsaar zijn. De opvolgingsprocedure was in wezen illegaal. Toen het hem duidelijk werd gemaakt, door Kerenski, dat zijn veiligheid niet kon worden gegarandeerd in die situatie trad Michael nog diezelfde dag af. Aan de dynastie der Romanovs was een einde gekomen.

De tsaar onder bewaking

Op 7 maart gelastte de Voorlopige Regering dat tsaar Nicolaas II overgebracht moest worden naar Tsarskoje Selo, een keizerlijke residentie 24 kilometer ten zuiden van het centrum van de hoofdstad waar hij onder bewaking zou worden gesteld. Zo gebeurde nadat hij afscheid had genomen van zijn moeder – die hij nooit meer zou zien – en de militaire staf op het legerhoofdkwartier. In Tsarskoje Selo werd hij herenigd met zijn gezin. Eerst was het plan hen naar het buitenland over te brengen; Engeland zou vanwege de familiebanden met het koninklijk huis daar geschikt zijn om heen te gaan. Maar het ging niet door: de sovjet gaf geen toestemming en de Engelse koning George V kwam terug op een eerdere toezegging.

Kerenski was ondertussen premier geworden. Hij adviseerde de tsaar ver weg van de hoofdstad te gaan wonen want de bolsjewieken drongen steeds verder op – een gevaar voor de tsaar en zijn gezin (en ook voor Kerenski zelf trouwens). Daarop vertrokken Nicolaas en Alexandra, hun gezin en een aantal bedienden en hovelingen naar Tobolsk, een stad in Siberië. Daar vonden ze onderdak in het gouvernementshuis

Oktober revolutie; verslechterde situatie voor Nicolaas en de zijnen

Op 25 oktober grepen de bolsjewieken de macht in Petrograd. Hun leider Lenin stuurde aan op vrede met Duitsland; dit tot woede van Nicolaas toen hem dat ter ore kwam. De voormalige tsaar schreef de ondergang van hemzelf en Rusland toe aan ‘de boosaardige joden’... (Montefiore p. 725.)
Het gezin van Nicolaas probeerde zich zo goed mogelijk te vermaken in de nieuwe, ongewone situatie waarin ze verkeerde.

In februari 1918 begon de toenemende invloed van de bolsjewieken ook in Tobolsk merkbaar te worden. De vriendelijke bewakers van Nicolaas en zijn gezin, werden vervangen door ‘een horde gemeen uitziende jongemannen’. (p. 726.) De positie van het nieuwe regime was wankel en men probeerde zoveel mogelijk vijanden te elimineren. De bolsjewieken wilden De Romanovs voor de rechter brengen. Alexandra voorvoelde dat er iets stond te gebeuren: “Wij bereiden onze ziel voor op het Koninkrijk der Hemelen,” schreef ze aan haar vriendin Anna Vyroebova in Petrograd.

1918 - De laatste maanden van de tsaar en zijn gezin

Er waren in die tijd geruchten over plannen van tsaristische officieren om de Tsaar te bevrijden. Het Centraal Uitvoerend Comité van de bolsjewistische machthebbers wilde in eerste instantie het Romanov-gezin overbrengen naar Moskou waarheen het zelf ook zijn zetel verplaatst had. Later werd besloten dat het gezin vanwege de crisissituatie beter eerst overgebracht kon worden naar het bolsjewistische bolwerk Jekaterinburg in de Oeral. Begin april arriveerde de revolutionair Vasili Jakovlev met een speciaal regiment Rode Gardisten in Tobolsk. Hij kwam meedelen wat de bedoeling was. “De sfeer is hier verhit,” schreef Alexandra in die tijd aan Anna. Alexej leed hevige pijnen vanwege een bloeding. Maar ze voegde er aan toe: “Wat er ook mag gebeuren, Gods wil zal altijd geschieden.” Het was haar laatste brief. (p. 727.) Er werd overeengekomen dat Nicolaas en Alexandra samen met dochter Maria naar de Oeral zouden vertrekken; de dochters Olga, Tatiana en Anastasia bleven in Tobolsk om broer Aleksej te verzorgen.

In Jekaterinburg werden de tsaar en de zijnen opgewacht door een menige die riep ‘knoop ze op!’ Onder extra bewaking werden ze naar een huis met een hoge schutting eromheen gebracht, het Ipatjevhuis. Een paar weken later, op 20 mei 1917 om precies te zijn, reisden de drie zussen met hun broer ook naar Jekaterinburg, waar ze met de andere leden van het gezin herenigd werden.

De moordpartij (volgens Monteviore p. 734 e.v.)
De Regionale Sovjet van de Oeral vreesde dat ‘contra-revolutionairen’ ‘burger Romanov’ zouden bevrijden en dat daarom het gezin Romanov moest worden geliquideerd. In Moskou, waar de landelijke leiding van de sovjets intrek had genomen in het Kremlin, werd dat goed gekeurd. De fanatieke revolutionair en Romanov-hater Jakov Joerovski moest het besluit ten uitvoer brengen. Daartoe werd hij aangesteld als nieuwe commandant van het Ipatjevhuis.

Daar zaten niet alleen de Romanovs gevangen maar ook nog mensen van de hofhouding; een aantal van hen verdween spoorloos. De volwassenen onder de resterende gevangenen zullen wel beseft hebben dat de dood dichtbij was. Dat kan blijken uit een brief die een van hen, dokter Botkin, schreef begin juli ‘18 – een brief die overigens nooit is verstuurd. Op de 15e van die maand begon Joerovski met de voorbereiding van de ten uitvoerlegging van de voorgenomen liquidatie. Diezelfde dag werd er nog een mis opgedragen in het huis, waarbij de Romanovs aanwezig waren. Dienstdoende priester was vader Ivan Srorozjev, een plaatselijk geestelijke. Hij was getroffen door de waardigheid, vroomheid en kalmte die het gezin uitstraalde in die voor hen zo vernederende en angstaanjagende situatie.

In totaal moesten er elf mensen om het leven worden gebracht. Commandant Joerovski vond een achttal bewakers bereid mee te werken aan de moord. Op 17 juli 1918 ’s nachts om half twee reed een truck voor het huis en dokter Botkin werd gezegd dat iedereen moest worden gewekt en dat men zich moest aankleden. Aldus gebeurde. De gewekte gevangenen werden naar de kelder van het huis gebracht. Toen ze daar verzameld waren zei Joerovski dat hij de vrachtwagen ging halen. Maar hij ging de chauffeur waarschuwen dat de vrachtauto met loeiende de motor op de binnenplaats gezet moest worden, om het geluid van het schieten te overstemmen. Vervolgens ging hij met zijn gewapende commando de kelder weer in, las een soort doodvonnis voor en schoot als eerst de tsaar door de borst. Daarna volgde er een schietpartij waarbij echter alleen Nicolaas, Alexandra en twee bedienden werden gedood. Vervolgens werden ook op de anderen geschoten en met bajonetten ingestoken. Het kostte veel moeite om de moordpartij te volbrengen – naderhand bleek dat de slachtoffers ‘beschermd’ werden door de vele juwelen die overal in hun kleding zaten verstopt. Toen vastgesteld was dat alle slachtoffers dood waren, werden de lijken in de vrachtauto gegooid en diep in het bos in een mijnschacht gedumpt. Die bleek echter niet diep genoeg, waarop de dode lichamen ook nog eens werden verbrand dan wel met zwavelzuur overgoten. De volgende dag liet het Uitvoerend Comité van de sovjets weten dat de Sovjet van de Oeral juist had gehandeld. Tevens werd bevel gegeven de andere Romanovs ook te vermoorden. Slechts één van hen ontsnapte daar aan (en dan ook nog omdat hij – Grootvorst Nicola – ziek werd en zo vóór de executie aan longontsteking overleed). Bovendien wist een aantal Romanovs dat op de Krim verbleef met Engelse hulp te ontsnappen naar het buitenland waar ze in ballingschap gingen.

Na de moord op de tsarenfamilie

Nog geen week na de moordpartij viel Jekatrinburg in handen van de tegenstanders van de bolsjewistische revolutionairen: de ‘Witten’. Die gingen op onderzoek uit en concludeerden dat de Romanovs die er gevangen hadden gezeten, waren terechtgesteld; maar hun stoffelijke resten konden ze niet vinden.

Pas 60 jaar na de revolutie van 1917 kwam het toenmalige communistische regime op het idee dat het Ipatjevhuis wel eens een bedevaartsoord voor aanhangers van de tsarenfamilie zou kunnen worden: In mei 1977 werd het huis met de grond gelijkgemaakt.

In maart 1991, toen de Sovjet-Unie ten onder was gegaan, werden er in het bos waar in 1918 de lichamen van de Tsaar en de andere slachtoffers waren verdwenen, opgravingen verricht. Botten werden opgegraven en daaruit negen skeletten gereconstrueerd. Bij verder onderzoek werd de identiteit vastgesteld van de tsaar en de tsarina. Uitgebreid forensisch onderzoek maakte duidelijk dat de lichamen van Maria en haar broer Aleksej ontbraken.

Op 17 juli 1998, tachtig jaar na de moorden, werden de kisten met resten van de tsaar en zijn gezin, zijn arts en drie bedienden, na een begrafenisdienst, bijgezet in de tombe van de Romanovs in de Petrus-en-Pauluskathedraal te Sint-Petersburg, in het bijzijn van de Russische president Boris Jeltsin. Op de plek waar eens het Ipatjevhuis stond werd een kathedraal gebouwd: de 'Kathedraal op het bloed'. In 2000 werden de tsaar en zijn gezin heilig verklaard. In 2007 werden er op de bewuste plek in het bos bij Jekatrinburg weer twee skeletten gevonden waarvan de meeste deskundigen vaststelden dat het resten waren van Maria en Aleksej. In 2009 werd dat officieel bevestigd door DNA-analyse.

Een nieuwe tsaar?

In een artikel over de heiligverklaring van de laatste tsaar en zijn gezin in de Groene Amsterdammer van 14 oktober 2000 werd ook nog vermeld:
“Ter gelegenheid van de naamsverandering [ van Leningrad in Sint-Petersburg, op 6 september 1991] kwam de toenmalige troonpretendent Vladimir Romanov over uit zijn Franse ballingsoord Saint-Brieuc [St. Briac-sur-Mer] in Bretagne. Het was de eerste keer dat de in 1917 in Finland geboren opvolger van de Heilige Russische troon voet zette op Russische bodem. Vladimir was een zoon van groothertog Kiril, de in 1938 in Parijs overleden neef van de laatste tsaar. Op 6 september 1991 werd de in Finland geboren groothertog als een verloren zoon binnengehaald in Sint-Petersburg.”

De ‘grootvorst’, zoals ze hem noemden, was in juni ’91 was door de Russische monarchisten tot tsaar Vladimir I van Rusland uitgeroepen. Hij was gehuwd met een telg uit de Georgische koninklijke familie Bagrationi. Volgens de gegevens die in Wikipedia te vinden zijn, stierf hij in 1992. Ook valt daar te lezen:
Hij werd als eerste Romanov sinds het einde van de tsarentijd bijgezet in de Petrus-en-Pauluskathedraal in Sint-Petersburg. Hij had één dochter: Maria Vladimirovna (Romanova), geboren in Madrid in december 1953. In ’76 trad zij in het huwelijk met Prins Willem van Pruisen die zich bekeerde tot het Russisch-orthodoxe geloof en toen zijn naam veranderde in Mikhail Pavlovich van Rusland. In 1981 werd uit het huwelijk (ontbonden in 1982) zoon Georgi Michailovitsj Romanov geboren.

Meer pretendenten

In januari 2017 overleed in Denemarken; 90 jaar oud, prins Dimitri Romanov. Hij was een achterachterkleinkind van de Russische tsaar Nicolaas I en was in die hoedanigheid een van de vele troonpretendenten van de Russische troon.

Volgens het monarchistische Dvorjanskoje Sobranije (‘adelgenootschap’) zijn de troonpretendenten, afgezien van Georgi Michailovitsj Romanov, allemaal 'samozvantsy', opvolgers van de nep-tsaren die zich in roerige tijden in Rusland plegen aan te dienen.

Lees verder

© 2017 - 2024 Petervandenburg, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De opkomst van het CommunismeDe opkomst van het CommunismeDe Rode Revolutie wordt het ook wel genoemd: De opkomst van de Communisme. Zo'n 90 jaar geleden maakte het Communisme zi…
Tsaar Nicolaas IIHij heeft een warme, ongecompliceerde jeugd gehad, wat eigenlijk wel iets heel bijzonders was voor een troonopvolger. Hi…
Geschiedenis van Wit-RuslandGeschiedenis van Wit-RuslandIn Wit-Rusland hebben in de afgelopen eeuwen veel verschillende volken gewoond, zoals de Slaven, de Vikingen en de Tatar…
De moord op de tsarenfamilieDit artikel gaat over het ontstaan van de Russische revolutie (de opkomt van het communisme in Rusland) en de moord op d…

Het einde der tijden: De Antichrist 666Het einde der tijden: De Antichrist 666In de Bijbel wordt een gruwelijke voorspelling gedaan. Er komt een tijd dat de wereld die we kennen ten einde komt. Het…
Scholtenboerderij Meenk en de Meenkmolen in MisteScholtenboerderij Meenk en de Meenkmolen in MisteHuize ‘Meenk’ ligt in Winterswijk-Miste, in de Achterhoek. Miste, werd ook wel Merste, Myst of Misede, genoemd in vroege…
Bronnen en referenties
  • S.S. Montefiore, De Romanovs, 1613-1918 (Nieuw Amsterdam, 2016
  • C.D.J. Brandt en H. van Werveke redactie, Wereldgeschiedenis - deel 8 (uitg. Unieboek, Bussum 1972)
  • https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I7306.php
  • https://nl.wikipedia.org/wiki (onder meer ‘Lijst_van_heersers_van_Rusland
Petervandenburg (184 artikelen)
Laatste update: 20-03-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.