Belasting spaargeld 2021

Belasting spaargeld 2021 Let op de hersteloperatie 2021 en 2022. De belasting op spaargeld en vermogen in box 3 (vermogensbelasting) gaat in 2021 en 2022 in veel gevallen omlaag, maar niet als u meer dan 50.000 euro aan vermogen hebt. Sterker nog, als u moet betalen betaalt u over het forfaitaire rendement in 2021 en 2022 31% belasting, dat was in 2020 nog 30%. De Belastingdienst berekent uw forfaitair rendement op vermogen namelijk op basis van de spaarrente en beleggingsresultaten uit het verleden. De spaarrente daalde tot en met 2020 en de beleggingsresultaten vertoonden een gemengd beeld. Hoeveel vermogensrendementsheffing gaat u in 2021 betalen, gaat bij u de belasting omlaag of wordt het weer meer betalen bij uw aangifte inkomstenbelasting in 2022? Anderzijds, misschien is uw vermogen wel geheel belastingvrij door de spaarvariant in de hersteloperatie van de Belastingdienst. Bekijk dus hoe dit zit.

Vermogensbelasting in 2021 en 2022 omlaag


De vermogensrendementsheffing 2021 voor de belastingaangifte inkomstenbelasting 2022

Tot 2017 prikte de Belastingdienst uw rendement op vermogen op 4%, ook in een periode waarin de spaarrente daalde en 4% op een spaarrekening niet realistisch was. Van dit veronderstelde rendement op vermogen, moest u 1,2% vermogensrendementsheffing betalen. Zelfs die 1,2% was in veel gevallen hoger dan wat u op een spaarrekening ontving. Het was dan ook niet raar dat er steeds meer protest kwam tegen deze hoge belastingheffing. Tegelijkertijd stonden er partijen op die lieten weten dat de belasting op vermogen verder omhoog moest gaan en vooral de grotere vermogens meer belasting moesten gaan betalen. Dat het anders moest was wel duidelijk, maar het is er niet eenvoudiger op geworden. In 2021 is het veronderstelde rendement op vermogen niet uniform gelijk aan 4%, maar is het afhankelijk van de omvang van uw vermogen. Net zoals bij de loonbelasting kent ook de vermogensbelasting een schijvensysteem, wie in een hogere schijf zit betaalt veel meer vermogensbelasting.

De berekening van de belasting op spaargeld en vermogen

Sparen is al lang geen feest meer in Nederland, dat werd in 2017 nog eens benadrukt met de hoge belasting op spaargeld en vermogen. Er kwam wel een nieuw systeem van belastingheffing, maar van een substantiële belastingverlaging was geen sprake. De vermogensrendementsheffing van 1,2% werd vervangen door een heffing die varieert van 0,86% tot 1,62%. Krijgt u nauwelijks geen rente op uw spaarheld in 2021, dan zijn dit enorm hoge heffingen. Wellicht betaalt u zo wel bij uw belastingaangifte inkomstenbelasting steeds 300% tot 540% belasting over uw spaarrente en als de rente nul of negatief is, is de heffing op spaargeld en vermogen buiten proporties. Wie gespaard had voor de oude dag kreeg in veel gevallen te maken met een nog hogere belastingheffing in box 3. Vooral de mensen met een vermogen tot 30.000 euro gingen erop vooruit, zij hoefden geen belasting meer te betalen.

Heffingsvrij vermogen 2021: de vrijstellingen

Met Prinsjesdag 2020 zijn de nieuwe vrijstellingen bekend gemaakt en dus ook welk deel van het vermogen heffingsvrij en belastingvrij is. Een echtpaar krijgt in 2021 een heffingsvrij vermogen van 100.000 euro, dat wil zeggen 50.000 euro per persoon. Het grote voordeel van een stevige verhoging van het heffingsvrije vermogen naar 50.000 euro is dat dit de Belastingdienst veel controlewerk scheelt. Een nadeel is uiteraard dat er dan minder belasting binnen komt. In 2020 was de belastingvrije voet nog €30.846 per persoon.

Wat valt onder de vermogensbelasting box 3?

Niet alleen uw spaargeld en banktegoeden vallen onder de vermogensbelasting, maar ook beleggingen, een tweede woning, een verhuurde woning, een vakantiewoning, aandelen, obligaties, spaardeposito's en contant geld in huis. Schulden komen hierop in mindering.

Het veronderstelde rendement op vermogen in 2021 bepaalt uw vermogensbelasting

Het nieuwe systeem van spaarheffing uit 2017 wordt ook in 2021 toegepast en zo is bij benadering bekend hoeveel belasting u in 2021 moet gaan betalen. Immers de Belastingdienst baseert de vermogensrendementsheffing 2021 op basis van de rendementen uit het verleden en niet op het werkelijk behaalde rendement. Bekend is wat hoe hoog de spaarrente tot en met juni 2020 was en wat het vijftien jaar gemiddelde op beleggingen in obligaties, aandelen en vastgoed is geweest. Het kabinet neemt het gemiddelde van deze rendementen en veronderstelt dat ook u zoveel rendement op uw vermogen hebt gekregen. Dat hebt u echter zeer waarschijnlijk niet, waardoor dit gemiddelde en berekende rendement (ook wel forfaitair rendement genoemd) steeds veel hoger kan zijn dan uw werkelijke rendement.

Belasting wordt verhoogd van 30% naar 31%

U betaalt belasting over een forfaitair rendement in 2021, niet het werkelijke rendement. Het belastingtarief dat de fiscus over dit rendement berekent wordt verhoogd van 30% in 2020 naar 31% in 2021 en in 2022.

Schijven en tarieven vermogensrendementsheffing 2021 en 2022

Om een goed beeld te krijgen van de vermogensbelasting 2021 is het schijvensysteem in box 3 belangrijk. De Belastingdienst veronderstelt dat iedereen die in de eerste belastingschijf van vermogen zit, alleen maar spaargeld heeft. Hoe meer vermogen men heeft hoe meer men geacht wordt te beleggen (effectenbeurs, woningmarkt).

Vermogensrendementsheffing op spaargeld en vermogen 2021 per persoon:

Welke belastingschijfUw vermogenVerondersteld percentage aan spaargeldVerondersteld percentage aan beleggingentarief
Schijf 1:< 50.000 euro100%0%0
Schijf 2: 50.000 tot 100.000 euro67%33%0,58% (was in 2020 0,53%)
Schijf 3:100.000 tot 1.000.000 euro21%79%1,40% (was in 2020 1,26%)
Schijf 4:>1.000.000 euro0%100%1,76% (was in 2020 1,58%)

Vermogensrendementsheffing op spaargeld en vermogen 2022 per persoon:

Welke belastingschijfUw vermogenVerondersteld percentage aan spaargeldVerondersteld percentage aan beleggingentarief
Schijf 1:< 50.650 euro100%0%0
Schijf 2: 50.650 tot 101.300 euro67%33%0,56% (was in 2021 0,58%)
Schijf 3:101.300 tot 1.013.000 euro21%79%1,35% (was in 2021 1,40%)
Schijf 4:>1.013.000 euro0%100%1,71% (was in 2021 1,76%)

schijven 2021 en 2022

De eerste schijf begint met het heffingsvrije vermogen en is dus belastingvrij. In 2020 was dat tot een bedrag van €30.846 per persoon. In 2021 is dat 50.000 euro en in 2022 is dat 50.650 euro. De volgende schijven zijn ingekort. Ter vergelijking in 2020 liep de eerste schijf tot 103.643 euro. Verder wordt er gerekend met een verondersteld rendement op spaargeld en beleggingen.

tarieven vermogensbelasting

Het belastingtarief is afhankelijk van de belastingschijf. Vanaf schijf 2 gaat u meer vermogensbelasting betalen. In schijf 4 was de heffing in 2020 nog 1,58%, dat wordt in 2021 gelijk aan 1,76%. Doordat de schijven opnieuw zijn ingesteld, begint schijf 4 ook nog eens eerder.

Belasting op spaargeld gaat omlaag

Bij een hogere vrijstelling zal de belasting op spaargeld in veel gevallen in 2021 omlaag gaan. Kleinere vermogens merken vooral het effect van een hogere vrijstelling, grotere vermogens hebben last van de inkorting van de belastingschijven en de verhoging van het belastingtarief van 30% naar 31%. Als de rente 0 is dan wel negatief, is deze vermogensrendementsheffing nog steeds relatief hoog in 2021 en 2022.

Hersteloperatie Belastingdienst box 3 voor 2021 en 2022

Voor de belastingaangifte 2021 en 2022 is er een hersteloperatie gaande voor wie vermogen heeft in box 3. De Belastingdienst betaalt uw belasting in box 3 geheel terug als u al uw geld op een spaarrekening had staan. Voor 2021 en 2022 kunt u zo belastingvrij sparen. Om welke bedragen het gaat voor wie 100% spaart? Kijk maar eens:
  • vermogen tot 50.000 euro: teruggave 0 (immers vrijgesteld vermogen).
  • vermogen tot 100.000 euro: teruggave van 290 euro.
  • vermogen tot 250.000 euro: teruggave van 2.380 euro.
  • vermogen tot 500.000 euro: teruggave van 5.860 euro.
  • vermogen tot 750.000 euro: teruggave van 9.340 euro.
  • vermogen tot 1 miljoen euro: teruggave van 12.835 euro

Wie ook belegt krijgt minder terug of helemaal niets. Hebt u 1 miljoen euro in box 3 en belegt u 75% dan krijgt u nog maar 280 euro terug.

U hebt een groot vermogen

Dat de hogere vermogens van een verlaging van de tarieven niets merken, in tegendeel waarschijnlijk, komt ook door de berekeningswijze van de Belastingdienst: de spaarrente wordt over drie jaren gemiddeld, het beleggingsresultaat over vijftien jaren. Dat het beleggingsresultaat over meer jaren wordt uitgesmeerd is ook wel te begrijpen. De effectenbeurs kan immers erg grillig zijn en de Belastingdienst zit niet op zit te wachten zijn belastinginkomsten die elk jaar sterk afwijken. Als er door de Belastingdienst met een lagere spaarrente wordt gerekend, dan nog zal het beleggingsresultaat in de berekening van de daarop volgende belastingschijven zwaar blijven wegen en relatief hoog zijn. Zo betalen de grotere vermogens nog steeds de hoofdprijs. De rendementen op de beurs zijn soms hoog geweest, maar deze veronderstelde rendementen zeggen helemaal niets over de beurzen in 2021 en 2022 Dat vond de Hoge Raad dus ook.

Belasting op vermogen op basis van het werkelijke rendement

De systematiek zal mogelijk vanaf 2025 worden ingewisseld voor een belasting die meer rekening houdt met het werkelijk behaalde rendement op spaargeld en vermogen. Dat lijkt ook redelijk, maar als de spaarrente omhoog gaat en de rendementen op de beurs stijgen, zal dat leiden tot nog hogere belastingtarieven in 2022 en latere jaren. In 2021 wordt met wat kleine aanpassingen nog de systematiek uit 2020 toegepast. De belastingen op spaargeld en vermogen zullen in veel gevallen hoog zijn wanneer ze worden vergeleken met de werkelijk behaalde rendementen op spaargeld en vermogen. Voor 2023 en 2024 is er noodwetgeving in de maak.
© 2017 - 2024 Info4mij, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Belastingdienst & verlaag zo de belasting op spaargeldBelastingdienst & verlaag zo de belasting op spaargeldVerminder in 2023 en 2024 de belasting op sparen van geld en vermogen in box 3. De vermogensrendementsheffing is hoog en…
Belasting spaargeld 2019 omlaag?Belasting spaargeld 2019 omlaag?Over uw spaargeld 2019 en uw vermogen betaalt u belasting, de vermogensrendementsheffing box 3. Maar die vermogensbelast…
Belastingen - de belastingvrijstelling sparen en vermogenBelastingen - de belastingvrijstelling sparen en vermogenU betaalt tot 2017 1,2 procent vermogensbelasting over uw spaargeld en vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting, in 2…
Belastingherziening 2021: hoge belasting in box 3 mogelijkBelastingherziening 2021: hoge belasting in box 3 mogelijkDe belastingherziening voor het spaargeld en vermogen in box 3 kan een forse belastingverhoging betekenen. Wie denkt dat…

Hoe betaal ik de boeterente: de financieringHoe betaal ik de boeterente: de financieringOmdat de boeterente op een hypotheek in 2022 en 2023 hoog kan zijn, is relevant hoe u die boeterente gaat betalen, hoe z…
Bezwaar tegen leges paspoort, rijbewijs, vergunning etcEen gemeente kan leges heffen voor allerhande door haar verrichte dienstverlening. Deze dienstverlening kan uiteenlopen…
Bronnen en referenties
  • Miljoenennota 2022
  • Uitspraak Hoge Raad box 3
Reactie

August, 16-09-2020
Geachte,
Weet u misschien of er een rekentool al ontwikkeld en op internet beschikbaar is om de te betalen vermogensbelasting IB2020 en 2021 te kunnen berekenen?
Alvast bedankt Reactie infoteur, 18-09-2020
Geachte August,
Zo'n tool is eenvoudig zelf te maken.

Info4mij (91 artikelen)
Laatste update: 21-06-2022
Rubriek: Financieel
Subrubriek: Belasting
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.