Knutselen met kinderen: thema vervoer

Tegen de zomer wordt er in de kleutergroepen druk gepraat over de schoolreisbus. Het thema 'vervoer' of 'op weg' wekt altijd veel interesse bij de onderbouwgroepen. Een groot voordeel van dit thema is: ze kunnen er allemaal over meepraten. Van stoere straaljagerverhalen tot: "ik ging met de bus naar de stad!" Luchtballonnen spreken al helemaal tot de verbeelding, maar ook treinen, vliegtuigen en fietsen zonder zijwieltjes worden als onderwerp altijd enthousiast ontvangen. Goeie reis!

Knutselideeën thema vervoer

• Luchtballon
• Strippenkaart
• Fiets tekenen
• Stoplicht
• Bus
• Liedjesposter 'de wielen van de bus'
• Verkeersborden
• Straten maken

Luchtballon

Nodig: ballon, kranten, behangplaksel, emmertjes, verf, rietjes, vouwblaadjes, een nietmachine, touwtjes.
Een luchtballon knutselen vraagt tijd, de plaksel en de verf moeten tussendoor drogen. De kinderen moeten er dan ook drie keer mee bezig, maar het resultaat is prachtig!

• Zet een opgeblazen ballon met de knoop naar beneden in een emmertje
• scheur repen krantenpapier en plak die met behangplaksel op de ballon. In het begin rolt de ballon snel weg, maar als de ballon wat zwaarder wordt zal dit steeds beter gaan. De kinderen kunnen elkaar helpen door de ballon vast te houden
• Maak drie lagen papiermaché om de bovenkant van de ballon, tot vlak boven het emmertje.
• Nu moet de ballon drogen, op de kop aan een waslijn bijvoorbeeld, of (een paar dagen!) in het emmertje laten staan.
• Als de ballon krimpt, deukt de papiermaché soms wat in. Voorzichtig de ballon eruithalen en van binnenuit weer 'uitdeuken'.
• Knip de onderste, open rand van de luchtballon mooi recht.
• Houd de ballon op je hand en verf met de andere hand, zo kun je hem gemakkelijk draaien. Weer laten drogen.
• Ondertussen kun je het bakje maken. Je kunt een doosje gebruiken; binnenstebuiten keren, of mooi beplakken, een boterkuipje of je vouwt een bakje. (16 vierkantjes, 1 lijntje inknippen in iedere hoek, omhoogvouwen en dichtplakken)
• Het bakje versieren; zandzakjes maken bijvoorbeeld. (lapjes stof, beetje echt zand erin, dichtbinden met touwtje. Poppetjes uit karton knippen en aan de binnenkant van het bakje plakken. (foto`s kopieren van de kinderen, op karton plakken en uitknippen en ze zitten zélf in de luchtballon!)
• Het bakje met touwtjes aan de luchtballon vastnieten, of met naald en draad erdoorheenprikken en met een knoopje vastmaken. Rietjes zijn ook heel geschikt om als 'touwtje' te gebruiken. Gemakkelijk vast te nieten en het bakje zit stevig onder aan de ballon.
• Een stukje van een rietje, of een kraal aan een touwtje vastknopen, met een naald van binnenuit door de ballon prikken en de ballon kan hangen. Nylon vissnoer is mooi doorzichtig, dan lijkt het of de luchtballon echt vliegt.

Strippenkaarten maken

Nodig: lineaal, stiften of potloden, cijferstempels, stempels van voertuigen, papier

Neem een lange strook papier,(3 stroken in de lengte uit een A4 knippen bijvoorbeeld). De kinderen leggen de lineaal tegen de bovenkant en trekken de lijn aan de onderkant van de lineaal, zo krijgen ze steeds vakjes zo breed als de lineaal. Het is voor jonge kinderen nog moeilijk, maar ze vinden het vaak wel heel leuk om met een lineaal te werken. Een stift werkt daarbij gemakkelijker; de rechte lijntjes zijn beter te zien. Als de vakjes klaar zijn mogen ze de cijfers stempelen van boven naar beneden. (Voor jongste kleuters zou een strippenkaart ook een lange strook met stempels van voertuigen kunnen zijn.)

Als ze de twee helften onder elkaar plakken krijgen ze een extra lange strippenkaart, waarmee ze dus heel ver kunnen reizen. Als de strippenkaarten klaar zijn moeten ze natuurlijk een busreisje maken; de stoeltjes in de kring een kwartslag draaien en de bus is al klaar. Een 'chauffeur' kan er mooie stempels op zetten.

Fiets tekenen

Zet een echte fiets op een tafel in de klas. De kinderen wijzen onderdelen aan, bespreken en benoemen die. Daarna de fiets natekenen met wasco (vetkrijt) op een groot papier. De resultaten zijn vaak verrassend; al die details! (Leuk in Sinterklaastijd met het liedje 'zwarte Piet ging uit fietsen' erbij geplakt en een pepernootje op de band.) Eventueel met een lichte kleur ecoline erover verven.

Voor wat oudere kinderen is een woordspin met een plaatje van een fiets, of een tekening heel geschikt. Door al die onderdelen te benoemen weten ze precies wat ze er allemaal 'op' willen tekenen.

Stoplicht maken

Drie cirkels omtrekken op een vel zwart karton. (Even groot en onder elkaar) Uitprikken en rood/oranje/groen vliegerpapier erachter plakken. Als ze voor het raam hangen lijkt het of de stoplichten echt branden! Eventueel twee zwarte stroken erbij geven, zo breed als het stoplicht, die ze met paperclips achter twee van de cirkels kunnen bevestigen. Zo kunnen ze het licht van rood naar groen laten verspringen. Ze kunnen er ook nog een 'paal' onder maken natuurlijk, met een 'knopje' eraan.

Een bus knutselen

De plakrand van een ligadoos voorzichtig losmaken. Op de witte binnenkant kunnen nu raampjes worden getekend (rechthoeken of vierkanten omtrekken) en allemaal kinderen die op schoolreis gaan. Wel even dichtvouwen om te zien waar de raampjes komen en zorgen dat de andere kant niet op de kop wordt getekend! KLeuren, wielen eraan plakken van zwart karton de de bus is klaar. Dit is de eenvoudige versie. Om de bus écht te laten rijden heb je twee latjes/stokken en vier deksels van potjes nodig. Bovenaan de pagina staat een link naar 'zelf speelgoed maken' voor een uitwerking hiervan.

Liedjesposter; 'de wielen van de bus'

Een grote bus tekenen, met alle details die in het liedje voorkomen. Eventueel een woordspin maken. De kinderen kunnen nu om de beurt aanwijzen wat het volgende couplet gaat worden. De kinderen kunnen ook zelf een grote bus tekenen met alle details uit het liedje en de tekst van het liedje erbij plakken.

De wielen van de bus
gaan rond en rond, rond en rond, rond en rond!
De wielen van de bus gaan rond en rond, als de bus gaat rijden!

de deuren van de bus gaan open en dicht
de lampen van de bus gaan aan en uit
de toeter van de bus zegt toet, toet, toet!
de ruitenwissers doen van wis was wis
de kinderen in de bus gaan zitten en staan
de motor van de bus doet vroem vroem vroem
de chauffeur van de bus vraagt; 'waar naartoe?'

Verkeersborden knutselen

De verkeersborden in de omgeving bekijken en bespreken. Daarna zelf verkeersborden verzinnen of bestaande borden namaken. Bijvoorbeeld:

• Rode ronde vouwblaadjes en (één slag kleiner) witte ronde vouwblaadjes op elkaar plakken. Op het witte vouwblaadje iets tekenen dat 'verboden' is.
• Roze vouwblaadjes: iets tekenen of plakken dat juist heel lief is! Hand in hand lopen bijvoorbeeld, of peuters voor laten gaan in de gang.
• Groene vouwblaadjes: verkeersregels voor dieren verzinnen. Uitkijken voor lieveheersbeestjes of slakken op de stoep.
• Blauwe vouwblaadjes: verkeersregels voor luchtballonnen, vliegtuigen en helicopters verzinnen.

Verkeersborden: op wit papier (allerlei vormen) iets tekenen en er dan met vlechtstroken een gekleurde rand om plakken. Eventueel kunnen de borden op keukenrol-kokers worden geplakt, zodat ze echt kunnen staan.

Straten maken

Zwarte vellen A-4 papier in de lengte doormidden vouwen en knippen. Met witte kleurpotloden lijnen langs de zijkanten kleuren en een stippellijn in het midden over de hele lengte maken. Als ieder kind twee 'stukjes straat' maakt, heb je een heel wegennet. Een paar 'kruispunten' maken; twee stroken kruislings op elkaar plakken en de stippellijn tot het midden doortrekken. Leuk om tijdens het thema vervoer in de bouwhoek mee te spelen. De stroken kunnen eventueel op een groot stuk karton worden vastgeplakt, over doosjes enzovoorts. Dan kunnen er ook verkeersborden en stoplichten worden bijgetekend of geplakt.

Lees verder

• Knutselen met kinderen: Zelf speelgoed maken