Gaat de spaarbelasting in Nederland omlaag in 2020 of 2021?

Wie in 2020 meer spaargeld heeft dan ruim 30.000 euro, betaalt in Nederland een spaarbelasting van 0,6 tot 1,6 procent. Omdat de rente tegelijkertijd laag is, zal dit door velen als een strafrente op vermogen worden gezien. De spaarbelasting wordt ook wel vermogensrendementsheffing, spaarheffing, spaartaks en spaardersheffing genoemd. Dit belastingtarief betekent dat u mogelijk elk jaar inteert op uw vermogen, doordat inflatie en belasting samen zijn hoger dan uw rendement op een spaarrekening. Ook het nieuwe spaarstelsel in 2020 en 2021 maakt het vaak niet veel beter. Misschien gaat u met de nieuwe spaartaks namelijk juist meer belasting betalen op uw vermogen.

Spaartaks betekent een hoge belasting op spaargeld en vermogen

• Spaarbelasting Nederland en strafrente
• Kan Nederlandse spaarheffing omlaag, minder belasting op vermogen?
• Commissie van Dijkhuizen 2015 en 2016, lagere spaarbelasting
• Nieuwe vermogensrendementsheffing 2020 en 2021
• Hoe verandert het veronderstelde rendement in 2020 en 2021?
• Spaartaks 2020
• Spaartaks 2021
• In 2022 vermogensrendementsheffing op basis van het werkelijke rendement?
• Conclusie spaartaks 2020 en 2021

Spaarbelasting Nederland en strafrente

Nederland heeft al jaren zijn spaarheffing in de vorm van een vermogensrendementsheffing. Op de keper beschouwd is het een heffing over uw vermogen, maar als u niet belegt of nog ander vermogen hebt in box 3 van de inkomstenbelasting, kunnen we toch echt spreken van een spaarheffing. Een spaarheffing van 1,2% tot 2017, daarna een heffing die afhankelijk is van de hoogte van uw vermogen. Deze spaarheffing komt elk jaar terug en dat tikt aardig aan. Zeker nu spaarrentes zo laag zijn. De fiscus veronderstelt daarbij dat u forfaitair een hoog rendement maakt, maar geeft niet aan hoe u dat rendement met uw spaargeld kunt maken. De spaarrente gaat zo steeds meer op een strafrente lijken. U wordt haast gedwongen om met uw spaargeld meer risico's te gaan nemen en bijvoorbeeld te beleggen op de beurs.

Kan Nederlandse spaarheffing omlaag, minder belasting op vermogen?

Dat de Nederlandse spaarheffing voor iedereen fors omlaag zal gaan lijkt een illusie. De truc van een verondersteld rendement, oplopend tot 5,6% in 2019, en daarbij de belastingheffing van 30% levert de staatskas immers veel geld op. De heffing komt nog eens bovenop een inflatie van 1,5%. Anders gezegd, als u niet wilt interen op uw spaargeld, moet u op zoek naar een spaarrente van meer dan 3%. Ook in een ander perspectief is onze jaarlijkse spaarheffing hoog. Als u een spaarrente krijgt van 0,3% en een heffing betaalt van 1,6%, betaalt u in feite niet 30% belasting, maar meer dan 500%. Overigens zou binnen de huidige systematiek de Nederlandse spaarheffing in een jaar omlaag kunnen gaan, niet door overheidsingrijpen maar doordat de beurs slecht presteerde.

Commissie van Dijkhuizen 2015 en 2016, lagere spaarbelasting

In zijn eindrapport van 18 juni 2013 gaf de Commissie van Dijkhuizen al zijn visie op de heffing in box 3. Die werd als te hoog gezien in vergelijking tot wat mensen op hun spaarrekening aan spaarrente kunnen behalen. De commissie gaf de voorkeur aan een automatisch mechanisme van een voortschrijdend gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. In 2017 is het kabinet Rutte met een herziening gekomen waarbij u mogelijk nog steeds veel vermogensbelasting betaalt.

Nieuwe vermogensrendementsheffing 2020 en 2021

Bij de nieuwe vermogensrendementsheffing gaat de kleine spaarder minder belasting betalen en de grote meer. Het werkt als volgt:

• De vrijstelling per persoon wordt ruim 30.000 euro in 2020 en 50.000 euro in 2021.
• Het belastingtarief ist 30% in 2020 en 31% in 2021.
• Er is een schijventarief. Wie meer vermogen heeft, wordt door de fiscus geacht veel geld te verdienen met beleggen en betaalt daarom meer belasting.
• Het schijventarief is gebaseerd op een forfaitair rendement en niet het werkelijke rendement.

Hoe verandert het veronderstelde rendement in 2020 en 2021?

Niet langer wordt 4% rendement verondersteld, maar krijgt u op basis van de hoogte van uw vermogen door de fiscus een rendement toegewezen dat is gebaseerd op de rendementen van de afgelopen vijf jaar. Omdat de fiscus bovendien veronderstelt dat iemand met meer vermogen, zijn geld vooral belegt op de effectenbeurs, neemt in goede beursjaren het veronderstelde rendement toe naarmate u over meer vermogen beschikt.

Spaartaks 2020

De hoogte van de spaartaks 2020 is op dinsdag 17 september 2019 met Prinsjesdag bekend worden gemaakt. Omdat het veronderstelde rendement gebaseerd is op spaarrentes en beleggingsresultaten in het verleden, de rente daalt en 2018 een slecht beleggingsjaar was, ligt een verlaging van de belasting op spaargeld en vermogen voor de hand in 2020. Dat zal een verlaging met maximaal een tiende procent betekenen:

• 0,54% tot 104.000 euro.
• 1,27% tot circa 1,1 miljoen euro.
• 1,60% boven circa 1,1 miljoen euro.

Spaartaks 2021

Hebt u een ton aan spaargeld, dan veronderstelt de Belastingdienst dat u een forfaitair rendement van 1,9 procent maakt. Hebt u meer vermogen, dan loopt ook dit percentage verder op naar 5,7%. Over dit veronderstelde rendement betaalt u 31% spaarbelasting. Dat betekent het volgende voor de spaartaks in 2021:

• 0,58% tot 100.000 euro.
• 1,4% tot 1 miljoen euro.
• 1,76% boven het miljoen.

In 2022 vermogensrendementsheffing op basis van het werkelijke rendement?

Sparen en beleggen worden in 2020 en 2021 belast op basis van een historisch rendement van de afgelopen vijf jaar en dus niet op basis van het echte rendement dat u maakt. Ook in 2021 is dat niet anders, omdat de Belastingdienst naar verluidt een nieuwe stelselwijziging niet aan kan. Het ICT-systeem is niet op orde en vele ambtenaren zijn vervroegd met verlof gegaan. In 2022 verandert het systeem mogelijk wel.

Conclusie spaartaks 2020 en 2021

Ook in 2020 en 2021 zal de belasting op spaargeld en vermogen gebaseerd zijn op een forfaitair rendement en niet het werkelijke rendement dat u maakt. Daardoor kan de belasting die u moet betalen zeer hoog zijn in vergelijk met uw gerealiseerde spaarrendement en beleggingsrendement. De spaarbelasting gaat voor velen in 2021 verder omhoog.

Lees verder

• Vermogensrendementsheffing 2019, 2020 en 2021