Anatomie van het menselijk oog

Anatomie van het menselijk oog Ons oog is een geavanceerd zintuig dat samen met onze hersenen ons in staat stelt om alles om ons heen waar te nemen. Het menselijk oog bestaat uit tientallen onderdelen die in perfecte harmonie er met elkaar ervoor zorgen dat niets ons ontgaat. Slecht een klein deel van onze kwetsbare ogen is vanaf de buitenkant zichtbaar maar het overgrote deel zit gelukkig veilig beschermd in de oogkas van onze schedel. Door een samenspel van allerlei spieren zijn we in staat om onze ogen alle kanten op te bewegen. Maar hoe ziet het oog er van binnen eigenlijk uit? Welke onderdelen zorgen ervoor dat we alles kunnen zien?

Inhoud


Vaak wanneer we naar iemand kijken of met iemand spreken dan letten we op de ogen. Van de ogen wordt wel gezegd dat het een venster naar de ziel is. De ogen vertellen ons veel over een persoon. Iedere bokser, of andere vechtsporter, weet dat hij/zij moet letten op de ogen van de tegenstander omdat de ogen vaak verraden waar de volgende stoot of trap terecht gaat komen.

De oogkassen

Onze ogen bevinden zich voor het overgrote deel in de schedel. Voor ieder oog heeft de schedel hiervoor een benige holte, de oogkassen of orbita genaamd en deze oogkassen hebben een beschermende functie. De ogen worden in de oogkassen omgeven door vetweefsel, de zes oogspieren en de spieren voor de oogleden. Ook liggen de traanklieren in de oogkassen. De benige orbita is pyrimidaalvormig met een elipsvormige basis. De oogkassen geven de ogen de vrijheid om zich alle kanten op te bewegen. De oogkassen worden gevormd door het volgende gebeente:
Oogkas van de schedel / Bron: Je at uwo, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)Oogkas van de schedel / Bron: Je at uwo, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)
  • Os Frontalis (voorhoofdsbeen) = Geel
  • Os Sphenoïdale (wiggebeen) = Rood
  • Os Palatinum (achterste deel van het gehemelte) = Aqua
  • Os Maxilla (bovenkaak) = Paars
  • Os Zygomaticum (jukbeen) = Blauw
  • Os Lacrimale ( traanbeen) = Groen
  • Os Ethmoidale ( zeefbeen) = Bruin

Maten van het oog

Onderstaande maten zijn gemiddelden want ieder oog van ieder mens is verschillend.
Onderdeel van het oog Maat Gewicht
Afstand tussen de ogenGemiddeld 6,5 cm
Gemiddelde oogdruk10 en 22 mmHg
OogbalGemiddelde doorsnee 2,5 cm7,5 gram
HoornvliesDikte 0,55 mm
LensDiameter 10 mm dikte 4 mm
Papil of blinde vlekDiameter 1.5-1,7 mm
FloveaDiameter 1,5 mm
Dal van de FloveaDiameter 0,35 mm
Gele vlekDiameter 5,5 mm
NetvliesGemiddelde dikte 250 µm (micrometer)
Lichtbreking
HoornvliesTussen 40 en 45 dioptrie
De lens20 dioptrie


Anatomie van het oog

Onze ogen zijn zeer geavanceerde zintuigen en zij bestaan uit tientallen onderdelen. In de volgorde van de onderstaande afbeelding zijn dit:
  • 1) Het glasvocht of corpus vitreum. Het overgrote deel van ons oog bestaat uit dit glasachtige lichaam. Het bevindt zich tussen de lens(16) en het netvlies(7). Het glasvocht heeft de eigenschappen van een gel en deze gelachtige massa is omgeven door een dun vlies. Er lopen geen aderen door het glasvocht. Het glasvocht bestaat voor 99% uit water en de overige 1% bestaat uit macromoleculen zoals eiwitten en hyaluronzuur. Het glasvocht is volledig helder zodat licht door de lens ongehinderd het netvlies kan bereiken.
  • 2) Het kanaal van Cloguet. Het glasvocht vormt geen gelijke massa. Tussen de lens (16) en de blinde vlek (4) loopt een afscheiding, het kanaal van Cloguet genaamd. Dit kanaal van Cloguet was tijdens de embryonale fase een bloedvat welke liep van de oogzenuw (3) naar de lens. Dit bloedvat wordt de arteria hyaloidea genoemd. Tijdens de geboorte verliest de arteria hyaloidea zijn functie en deze verdwijnt meestal en dit resulteert in een spleet in glasvocht.
  • 3) De oogzenuw (Latijn: nervus opticus) is als het ware de datakabel van het oog naar de hersenen. Het Occipitaal of achterhoofdskwab is een hersengedeelte welke zich achter in ons hoofd bevindt. Hier bevindt zich een gebied dat de primaire visuele cortex wordt genoemd. Bij de visuele cotex eindigen de zenuwvezels die de elektrische signalen uit de netvliezen van de ogen vervoeren en hier verwerken de hersenen deze signalen tot beelden. In de oogzenuw komen alle zenuwen afkomstig van de staafjes en kegeltjes op het netvlies samen, dit zijn er om en nabij 1 tot 1,2 miljoen zenuwvezels per oog. Een oogzenuw bestaat uit meer dan een miljoen oogzenuwvezels, een soort elektriciteitsdraadjes. De oogzenuw zit vast aan de oogbal en dit punt wordt kop van de oogzenuw, papil of blinde vlek (4) genoemd.
  • 4) De blinde vlek of papil is de plaats waar de oogzenuw vastzit aan de oogbal. De papil heeft ongeveer een diameter van 1,50 tot 1,75 mm. De papil zelf heeft geen netvlies (er zijn geen fotoreceptoren aanwezig, zie 7) en wordt daarom ook wel de blinde vlek genoemd.
    Doorsnede van het menselijk oog / Bron: Mikael Häggström (bewerking), Wikimedia Commons (Publiek domein)Doorsnede van het menselijk oog / Bron: Mikael Häggström (bewerking), Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • 5) Het oogwit of harde oogrok (Latijn; sclera) geeft het oog zijn stevigheid. Aan de voorkant van het oog gaat de sclera over in het doorzichtige hoornvlies (12). De sclera bestaat uit collageen en elastische vezels. Aan de achterzijde van het oog is de sclera het dikst en deze wordt naar de voorkant toe dunner. Ook zitten de zes oogspieren verbonden aan de sclera.
  • 6) Het vaatvlies (choroidea) zorgt voor de bloedvoorziening in het oog en voor de toevoer en afvoer van stoffen. Het vaatvlies zit tussen de sclera (5) en het netvlies (7) in. Het vaatvlies loopt van de oogzenuw naar de voorzijde waar het netvlies begint.
  • 7) Het netvlies of retina bekleedt de binnenzijde van het oog en deze heeft een roodachtige kleur. Het is een zeer complexe structuur, hierin bevinden zich de staafjes en kegeltjes welke het inkomende licht omzetten naar elektrische signalen en doorsturen naar de oogzenuw. In het centrum van het netvlies bevindt zich de flovea (17). Het netvlies bestaat uit tien verschillende lagen waaronder verschillende membranen, bloedvatenstelsel, cellichamen van de fotoreceptoren en de fotoreceptoren zelf. De fotoreceptoren bestaan uit twee verschillende type, de staafjes en de kegeltjes. De staafjes zorgen ervoor dat we goed in het donker kunnen zien en met de kegeltjes kunnen we meer dan 10 miljoen kleuren onderscheiden. Het totaal aantal fotoreceptoren in het netvlies bedraagt ongeveer 125 miljoen stuks. Het overgrote deel bestaat uit staafjes tussen de 100 en 120 miljoen stuks per oog en deze staafjes bestrijken het grootste deel van het netvlies. De 4 tot 6,5 miljoen kegeltjes zijn voornamelijk geconcentreerd in flovea (17).
  • 8) Het vezelophangsysteem. De lens is opgehangen in het straalvormig lichaam ook wel corpus ciliare genaamd. Dit straalvormige lichaam vormt de overgang van de rand van het vaatvlies naar de iris (10) ook wel regenboogvlies genaamd. Het bestaat uit de kringspier (14) en het bindweefsel (15) ook wel zonulavezels genaamd.
  • 9) De achterste oogkamer bevindt zich tussen de iris (10) en de ooglens (16). Deze kamer is gevuld met een heldere vloeistof, het kamerwater. Dit kamerwater wordt constant door het oog aangemaakt en afgevoerd. Door deze continue verversing van het kamerwater wordt het oog op druk gehouden. De achterste oogkamer en de voorste oogkamer staan in verbinding met elkaar en gebruiken hetzelfde kamerwater. Het kamerwater wordt tussen de iris en het straalvormige lichaam aangemaakt. Het stroomt via de opening tussen de iris en de lens door de pupil heen naar de voorste oogkamer. In de voorste oogkamer (13) wordt het kamerwater tussen de iris en het hoornvlies (12) (de kamerhoek) afgevoerd. Het kamerwater zorgt zo voor een continue stroom van zuurstof en voedingsstoffen.
    1= radiaire 2= de kringspier / Bron: Petr Novák, Wikipedia (bewerking), Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)1= radiaire 2= de kringspier / Bron: Petr Novák, Wikipedia (bewerking), Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
  • 10) De iris zit vast aan het vaatvlies maar hangt los tussen het hoornvlies en de lens. De iris bepaalt de kleur van de ogen. Heeft iemand veel pigment in de ogen dan zijn deze bruin. Bij weinig pigment heeft men blauwe of grijze ogen. Hierdoor wordt de iris ook wel het regenboogvlies genoemd. De iris bepaalt de grootte van de pupil en zo de hoeveelheid licht dat het oog binnenkomt. De iris heeft hiervoor twee soorten spieren tot zijn beschikking. Bij de pupilrand zit een kringspier (1 op de afbeelding) die de pupil nauwer maakt. In het buitenste deel van de iris bevindt zich een radiaire spier (2 op de afbeelding) welke de pupil groter kan maken.
  • 11) De pupil is een ronde opening in de iris. Licht van buitenaf valt door de pupil op het netvlies welke zich achter in het oog bevindt. Van buitenaf gezien is de pupil een zwarte opening omdat het binnenste van de oogbol een donkere ruimte is. De grootte van de pupil wordt bepaalt door de iris. Bij veel licht zal de pupil kleiner worden en bij weinig licht zal de pupil groter worden.
  • 12) Het hoornvlies is het doorzichtige deel van het oog. Het hoornvlies ook wel cornea genaamd is een voortzetting van het sclera (5). De overgang van het ondoorzichtige sclera naar het doorzichtige hoornvlies wordt de limbus genoemd. Het hoorvlies bestaat uit 5 verschillende lagen. De buitenste laag bestaat uit epitheel en deze is eigenlijk een dun laagje huid. Hieronder ligt een membraan en vervolgens het stroma. Dit stroma bestaat hoofdzakelijk uit water met collageenvezels en deze bepaalt 90% van de dikte van het hoornvlies. Hierna volgt weer een membraan en de laatste laag die het hoornvlies scheidt van de voorste oogkamer is een dun laagje endotheelcellen.
  • 13) Voorste oogkamer is de ruimte tussen het hoornvlies(12) en de iris(10). De voorste oogkamer staat in verbinding met de achterste oogkamer en deze delen het kamerwater.
  • 14) De kringspier of de musculus ciliaris is gelegen in het voorste deel van het straallichaam(8). Algemeen wordt aangenomen dat de musculus ciliaris de vervorming of accommodatie (het scherp zien op verschillende afstanden) van de lens (16) regelt.
  • 15) Zonula. De lens zit in een lenszakje en deze wordt voor zijn accommodatie aangestuurd door de kringspier(14). De verbinding tussen de kringspier en de lens gebeurt door middel van hele dunne draadjes. Deze draadjes worden de zonulavezels genoemd.
  • 16) De lens bevindt zich achter de iris en de lens zorgt samen met het hoornvlies voor de breking van het licht. Voor deze breking van het licht kan de lens zich in samenwerking met de kringspier boller of vlakker maken. Wanneer men een voorwerp in de verte bekijkt, dan wordt de lens door de kringspier afgeplat. De lichtstralen worden hierdoor minder sterk gebroken en deze stralen kunnen van grote afstand op het netvlies vallen. Wanneer men een voorwerp van dichtbij bekijkt dan wordt de lens boller, waardoor het licht sterker gebroken wordt en het voorwerp scherp op het netvlies komt. Dit wordt accommodatie genoemd.
  • 17) De flovea. De gele vlek is een gebied achter op het netvlies waar de lichtstralen terechtkomen wanneer we ergens naar kijken. In het centrale deel van deze gele vlek is een dalletje in het netvlies. Dit dalletje wordt de flovea genoemd. Het dalletje bevat alleen maar kegelvormige fotoreceptoren die nodig zijn om kleuren te kunnen onderscheiden. De kegeltjes liggen dichter op elkaar dan in andere gebieden van het netvlies waardoor we hele fijne details kunnen waarnemen.
  • 18) Slagader van de oogzenuw. Vanuit de oogzenuw loopt een slagader het oog binnen. Deze slagader vertakt zich in vier subtakken. Deze subtakken verzorgen de bloedvoorziening van het netvlies. Via haarvaten wordt het bloed weer afgevoerd. Het bloed zorgt voor de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen en voor de afvoer van afvalstoffen.

De oogspieren

Willen we goed kunnen zien dan hebben we daar niet alleen goede ogen voor nodig. We moeten onze ogen ook kunnen bewegen. Hiervoor zijn de oogballen voorzien van enkele spieren die vastzitten aan de sclera. De uitwendige oogspieren bestaan, per oog, uit vier rechte spieren en twee schuine spieren. Met de vier rechte oogspieren kan het oog naar boven, onderen en opzij bewegen. Met de twee schuine oogspieren kunnen we schuin naar boven en schuin naar beneden kijken. De rechte oogspieren zijn gemiddeld 4 cm lang.

De vier rechte oogspieren en hun functie:

  • Naar boven: Musculus rectus superior, bovenste rechte oogspier
  • Naar beneden: Musculus rectus inferior, onderste rechte oogspier
  • Naar buiten: Musculus rectus lateralis, buitenste rechte oogspier
  • Naar binnen: Musculus rectus medialis, middelste rechte oogspier

De twee schuine oogspieren en hun functie:

  • Naar binnen draaien: Musculus obliquus superior, bovenste schuine oogspier
  • Naar buiten draaien: Musculus obliquus inferior, onderste schuine oogspier

De oogleden

Het laatste onderdeel van het oog zijn de oogleden. Deze oogleden beschermen dat deel van het oog dat niet beschermd is door de schedel. Wanneer er iets recht op ons afkomt dan sluiten we de oogleden in een reflex om zo de ogen te beschermen. Ook sluiten we de oogleden geheel of gedeeltelijk bij felle lichtflitsen of fel licht om zo het aantal lichtstralen die het oog binnengaan te verminderen. Maar bescherming van het oog is niet de enigste functie van de oogleden. Tijdens het knipperen van de oogleden worden de ogen door het traanvocht vochtig gehouden. We knipperen ongemerkt rond de 15 á 20 maal per minuut. Ook wordt tijdens het knipperen eventueel vuil op het oog door het traanvocht richting de traanpunten afgevoerd.

Als we de oogleden sluiten komen er geen visuele prikkels de hersenen meer binnen en krijgen de hersenen rust. Vaak als we moe zijn of lang ergens heel geconcentreerd naar hebben gekeken sluiten we daarna vaak even de ogen om zo weer tot rust te komen.

Lees verder

© 2015 - 2024 Erik67, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Anatomie, fysiologie, topografie en pathologieWat is het verschil tussen anatomie, fysiologie, topografie en pathologie? En wat is precies het verschil tussen histolo…
Anatomie modellen: Anatomische modellen menselijke anatomieDe medische wereld is enorm geholpen bij het in kaart brengen van het menselijk lichaam en alle processen, die zich daar…
Tips voor het leren van de spieren van het menselijk lichaamTips voor het leren van de spieren van het menselijk lichaamBij veel opleidingen wordt er van je gevraagd dat je de anatomie van de mens kent. En dan ook nog in een (voor de meeste…
Deelgebieden BiologieDeelgebieden BiologieBiologie is de leer van levende wezens, levensvormen en levensverschijnselen. Biologie kent vele deelgebieden en indelin…

Epitheel: Uitleg over de vier verschillende soortenEpitheel(weefsel) is een van de vier weefseltypen die er zijn. Naast epitheel weefsel bestaat er ook nog: bindweefsel, s…
De fagocyten van het menselijk lichaamHet immuunsysteem van de mens is te verdelen in twee grote systemen, die weliswaar veel met elkaar te maken hebben en el…
Bronnen en referenties
Erik67 (88 artikelen)
Gepubliceerd: 02-01-2015
Rubriek: Wetenschap
Subrubriek: Anatomie
Bronnen en referenties: 7
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.