Tandproblemen bij konijnen: oorzaken en symptomen
De tanden van een konijn groeien levenslang door aan een tempo van ongeveer twee tot drie millimeter per week. Daarom is het heel belangrijk dat ze goed afslijten. Een konijn heeft vooraan vier snijtanden (twee bovenaan en twee onderaan) met achter de bovenste snijtanden nog twee kleine stifttandjes. Achteraan in de mond heeft een konijn ook nog tweeëntwintig kiezen. Zowel met de tanden vooraan als achter in de mond kunnen problemen ontstaan waardoor ze niet meer mooi aansluiten. Er kunnen ook haken ontstaan aan de kiezen. Hoe kan je gebitsproblemen bij je konijn vermijden, herkennen en verhelpen?
Tandproblemen bij je konijn vermijden: de oorzaken
Voorkomen is beter dan genezen, en dat geldt zeker voor aandoeningen van het gebit. De tanden van een konijn moeten tijdens het kauwen mooi afslijten. Bij een goed gebit vallen de boventanden over de ondertanden en zorgen de kleine stifttanden achter de boventanden voor het juist slijten. Wanneer de tanden niet langer mooi aansluiten spreekt men van ‘malocclusie’ of scheefstand.
Verkeerde voeding
Problemen vermijden begint met het geven van de juiste voeding. Konijnen die teveel droogvoer krijgen en daardoor te weinig hooi en groenten eten lopen een hoog risico. Hooi zorgt ervoor dat je konijn goede maalbewegingen maakt en de kiezen goed afslijten. Regelmatig dunne twijgjes geven om op te knagen bevordert bovendien het afslijten van de voortanden.
Andere oorzaken
Hoewel verkeerde voeding de grootste oorzaak van tandproblemen is kan er ook een andere reden zijn. Soms is de aandoening gewoon genetisch bepaald. Het konijn zal dan sowieso tandproblemen ontwikkelen, zelfs wanneer je de juiste voeding geeft. Dit zou volgens sommige bronnen meer voorkomen in hangoorrassen, waar men heeft geprobeerd om de vorm van de kop te wijzigen en dieren met een mooie ronde kop te fokken, waardoor de lengte van de kaak te kort werd.
Tandproblemen duiken soms ook gewoon op bij het ouder worden van het konijn. In de loop der jaren neemt de dichtheid van het bot en kaakbeen af, of komen kiezen losser te zitten waardoor ze niet langer mooi afslijten.
De symptomen van gebitsproblemen bij konijnen
Symptomen in de beginfase
Een aanwijzing van tandproblemen die vaak voorkomt is dat je dier er langer dan normaal over doet om te kauwen en te eten. Speeksel dat uit de mond loopt is een ander teken aan de wand. Een ander symptoom is dat het konijn duidelijk honger heeft, naar het voer loopt, maar vervolgens weigert te eten of het voedsel terug uit de mond laat vallen. Ook veranderingen in eetgewoonten zijn verdacht en kunnen wijzen op gebitsproblemen: het konijn eet nog wel maar weigert droogvoer, of laat groenten die hij normaalgezien lust opeens liggen.
Sommige dieren met gebitsproblemen hebben ook last van traanoogjes, drinken meer water dan gewoonlijk of niezen vaak. Bij dit laatste symptoom denken eigenaars of dierenartsen die niet vertrouwd zijn met konijnen meestal aan een infectie van de luchtwegen, terwijl veelvuldig niezen ook door tandproblemen die leiden tot irritatie van de sinussen kan ontstaan. Gewichtsverlies kan eveneens wijzen op een gebitsaandoening.
Symptomen in een latere fase
Indien je de tandproblemen niet laat behandelen zal het konijn uiteindelijk steeds meer pijn hebben, tot het volledig stopt met eten of lusteloos en soms tandenknarsend in elkaar gedoken zit. Bovendien treden als gevolg van tandproblemen ook vaak darmproblemen op. De stress en pijn van het gebitsprobleem zorgt immers bijkomend vaak voor een verstoorde werking van het spijsverteringsstelsel. Onbehandelde tandproblemen kunnen uiteindelijk ook leiden tot een abces, wat bij een konijn moeilijk te behandelen is: een antibioticum helpt zelden en operatief verwijderen van het abces is nodig.
Daarom moet je je konijn laten onderzoeken door de dierenarts van zodra je de eerste symptomen opmerkt. Hoe vroeger men de tandproblemen opmerkt, des te groter de kans dat ze nog eenvoudig te verhelpen zijn. De dierenarts zal de stand van de snijtanden nakijken en met een toestel ook achteraan in de mond de kiezen bekijken. Bijkomend zal hij indien nodig een röntgenfoto nemen van de kop en het gebit. Indien de dierenarts vaststelt dat je konijn geen tandprobleem heeft zal hij op zoek gaan naar andere mogelijke oorzaken van de verschijnselen.
De behandeling van tandproblemen
Problemen met de voortanden
Wanneer de voortanden boven en onder niet meer goed afslijten zal de dierenarts deze regelmatig (soms zelfs om de twee tot drie weken) moeten knippen. In geen geval mag je dit zelf proberen omdat je schade kan toebrengen aan het gebit of de mond. Aangezien knippen meestal vaak moet gebeuren vinden de meeste dierenartsen een definitieve verwijdering van de voortanden een betere oplossing. Je moet het groenvoer dan wel voortaan in kleinere brokjes geven, maar het konijn kan verder nog prima eten en het voer malen met de kiezen. De ervaring leert dat konijnen zich snel en vlot aan het eten zonder snijtanden aanpassen.
Scheefgroeiende voortanden kunnen na verloop van tijd zelfs uit de mond opzij of naar boven groeien, waardoor het konijn amper nog kan eten. Wanneer de tanden zo lang zijn geworden spreekt men ook wel van ‘olifantstanden’.
Problemen met kiezen
De kiezen kunnen net als de snijtanden slecht aansluiten en scheef groeien. Er kunnen ook puntige uitsteeksels (‘haken’) ontstaan die uiteindelijk in de kaak of tong prikken en wondjes veroorzaken. Het spreekt vanzelf dat dit voor het konijn pijnlijk is.
Het behandelen van kiezen gebeurt onder een lichte narcose. Hoewel een behandeling zonder risico niet bestaat is verdoving (in tegenstelling tot wat veel mensen denken) voor een konijn niet riskanter dan voor een hond of kat, mits de narcose gebeurt door een dierenarts met verstand van konijnen. Ook zijn de technieken en gebruikte producten in de laatste jaren sterk verbeterd. Er zijn dierenartsen die reeds meer dan tien jaar honderden konijnen onder narcose hebben behandeld en nog nooit een dier hebben verloren. Gebeurt dit toch, dan was het konijn meestal reeds in een te ver stadium door ziekte aangetast om nog behandeld te kunnen worden.
Helaas zijn nog steeds veel dierenartsen niet echt thuis in konijnen of andere dieren die minder gehouden worden dan honden of katten. Een goede dierenarts met verstand van konijnen is voor de behandeling van tandproblemen essentieel. Sommige artsen hebben zich hierin gespecialiseerd of bijgeschoold en ondertussen een jarenlange ervaring opgedaan. Laat je konijn niet behandelen door een dierenarts die beweert dat je konijn moet vasten voor een verdoving, die enkel de snijtanden vooraan maar niet de kiezen achterin nakijkt, of die beweert dat je een konijn met tandproblemen maar beter kan euthanaseren. Een goede raad is dan ook om kort na aanschaf van je konijn al op zoek te gaan naar een gespecialiseerde dierenarts in je buurt. Wanneer je konijn in de toekomst ziek wordt kan je dan onmiddellijk bij de juiste persoon terecht.
Lees verder