Spasticiteit: Verhoogde spierspanning of spierstijfheid
Spasticiteit is de medische term voor verhoogde spierspanning. De patiënt heeft met andere woorden stijve spieren met een onvermogen om deze te controleren. Bij spasticiteit werken de reflexen van de patiënt overmatig. De aandoening ontstaat bij patiënten met o.a. hersenletsel, een beroerte, multiple sclerose en een tumor door een onbalans van signalen van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) naar de spieren. Lopen, bewegen en spreken zijn bijgevolg moeilijker voor deze patiënten. Diverse therapievormen zijn beschikbaar om de kwaliteit van leven van patiënten met spasticiteit te verhogen.
Synoniemen spasticiteit
Spasticiteit, het tegenovergestelde van
hypotonie, is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- hypertonie
- spierstijfheid
- verhoogde spierspanning
- verhoogde spiertonus
Epidemiologie aandoening
Wereldwijd zijn circa twaalf miljoen mensen getroffen door spasticiteit. Het merendeel van de patiënten met cerebrale parese (
hersenverlamming) en
multiple sclerose (chronische neurologische auto-immuunaandoening) heeft in verschillende mate spasticiteit.
Oorzaken verhoogde spierspanning
Wanneer schade optreedt aan het hersendeel dat verantwoordelijk is voor autonome bewegingen, treedt mogelijk spasticiteit op. De aandoening presenteert zich eveneens door zenuwbeschadiging die uitgaat van de
hersenen naar het ruggenmerg. Spasticiteit treedt als gevolg van een aandoening of trauma op zoals
adrenoleukodystrofie, cerebrale parese, een
beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen met mentale en lichamelijke symptomen),
een hoofdwonde, een ruggengraatletsel, een tumor,
fenylketonurie (afwijkingen aan hersenen en lichaam), hersenschade veroorzaakt door een gebrek aan zuurstof (bij een
bijna-verdrinking of bij bijna stikken), multiple sclerose (MS) en neurodegeneratieve aandoeningen.
Symptomen: Spieren zijn aangetast
De symptomen variëren in ernst en uitgebreidheid bij de patiënt. Ook de mate van
pijn is individueel bepaald; soms heeft een patiënt met spasticiteit milde pijn terwijl anderen zich presenteren met ernstige pijn.
Spieren
De patiënt heeft veelal een abnormale houding waardoor de schouder, arm, pols en vinger zich op een abnormale hoek bevinden vanwege de gespannen spieren. Tevens presenteert hij zich met overdreven diepe peesreflexen en plotse herhaalde, voorbijgaande schokkerige bewegingen als gevolg van een reeks snel opeenvolgende contracties en relaxaties van spieren. Deze toestand is in
medische termen gekend als "
clonus". Clonus heeft vooral plaats wanneer iemand de patiënt aanraakt of wanneer de patiënt zich verplaatst. Het onvrijwillig kruisen van de benen komt ook voor. Bovendien is het spraakvermogen mogelijk aangetast. Ernstige, langdurige spasticiteit leidt tot een contractuur van de spieren (blijvende samentrekking van spieren). Hierdoor is bewegen moeilijker en zijn de gewrichten gebogen. Gewrichtsmisvormingen komen bijgevolg regelmatig voor bij patiënten met spasticiteit.
Bijkomende symptomen
Bijkomende symptomen omvatten urineweginfecties, chronische
constipatie,
decubitus (doorligwonden) en
koorts of andere systemische aandoeningen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts voert een grondig lichamelijk onderzoek uit bij de patiënt in combinatie met een goede anamnese, en bemerkt zo de zichtbare symptomen van spasticiteit. Hij test bij het lichamelijk onderzoek de arm- en beenbewegingen, de spieractiviteit, het passieve en actieve bereik van de beweging, en de mogelijkheid om thuis zelf activiteiten uit te voeren. De patiënt is namelijk mogelijk geremd in een aantal activiteiten van het dagelijks leven.
Diagnostisch onderzoek
Bovendien voert de arts een
elektromyografie (meting van de elektrische spieractiviteit) en andere
beeldvormende onderzoeken uit van het hoofd, de nek en de rug om andere oorzaken uit te sluiten. Ook een volledig
bloedonderzoek, een
urineonderzoek en een lumbale punctie (
ruggenprik: onderzoek van hersenvocht) zijn soms nodig om een infectie uit te sluiten.
Behandeling
De arts verwijst de patiënt veelal door naar een fysiotherapeut en ergotherapeut. De patiënt is eveneens gebaat bij hippotherapie en watersport. Steunzolen en een rolstoel zijn andere hulpmiddelen die soms nodig zijn.
Medicatie is soms ook mogelijk om spasticiteit te behandelen. Soms is een patiënt geholpen met een injectie van botulinum toxine. Soms is een operatie nodig.
Prognose van de ziekte
De prognose varieert tussen de patiënten en is vooral afhankelijk van de ernst en uitgebreidheid van de spasticiteit en de geassocieerde aandoening(en). Een patiënt met spasticiteit heeft mogelijk een ernstige beperking, maar met de juiste neurologische, chirurgische en psychosociale hulp in combinatie met revalidatietraining, valt spasticiteit toch goed te behandelen waardoor de kwaliteit van leven stijgt.
Voordelen spasticiteit
Ondanks de vele symptomen en mogelijke nadelen, biedt spasticiteit enkele voordelen. De patiënt loopt minder risico op
osteoporose (verlies van botmassa met risico op
botbreuken). Daarnaast verbetert de bloedsomloop en zo voorkomt de patiënt
diep veneuze trombose (pijn en
zwelling aan het been of bekken) en
oedeem.