Anemie (tekort aan rode bloedcellen): Soorten en oorzaken
Anemie is een toestand van een tekort van rode bloedcellen. Er zijn drie grote oorzaken van anemie: de patiënt verliest ergens in het lichaam bloed, hij maakt te weinig bloed aan en hij breekt te veel rode bloedcellen af (hemolytische anemie). Deze soorten anemie kennen diverse oorzaken. De aanmaak van rode bloedcellen gebeurt in het rode beenmerg in de platte beenderen van ons lichaam: hoofd, schouder, borstbeen en heup. Rode bloedcellen bezitten geen kern. De functie hiervan staat in verband met de zuurstofvoorziening tussen de longen en de andere weefsels in het lichaam.
Bloedverlies
Enkele voorbeelden van bloedverlies zijn onder andere een
shock,
darmpoliepen (goedaardige gezwellen, soms een voorloper van
kanker), een
blaasontsteking (cystitis), menstruatie, … Eerst probeert de arts de oorzaak vast te stellen. Vervolgens behandelt hij deze. IJzertherapie is een mogelijke behandelingswijze.
Hemolytische anemie
Hierbij is er sprake van een versnelde bloedafbraak (
medische term is "hemolyse"). Soms overleven rode bloedcellen minder lang. Bij
hemolytische anemie (voortijdige afbraak van rode bloedcellen) verandert er niets aan de rode bloedcellen zelf en het volume is eveneens normaal. Het ongeconjugeerd bilirubine zal gestegen zijn. De oorzaak zit in of buiten de rode bloedcellen.
Intracellulair (in de cellen)
Wanneer de oorzaak in de rode bloedcellen te vinden is, is dit meestal aangeboren zoals bijvoorbeeld een andere vorm van de rode bloedcellen of
sikkelcelziekte.
Wanneer de oorzaak buiten de rode bloedcellen te vinden is, is dit meestal verworven. Op het verloop van een bloedvat zitten bijvoorbeeld vernauwingen zoals bij
atherosclerose (slagaderverkalking), transfusiereacties, auto-immuunaandoeningen, infecties, toxines enzovoort.
De patiënt heeft een vergroting van de milt en
prehepatische icterus (geelzucht die ontstaan is voor de lever). De patiënt voelt zich verder moe en zijn huid en slijmvliezen zien er bleek uit. Daarnaast treedt dyspnoe op, heeft de patiënt last van oorsuizen en voelt hij zich
duizelig enzovoort.
In het bloed is er bij hemolytische anemie een daling van rode bloedcellen, en een daling van zowel het
hemoglobinegehalte (Hb) als het hematocrietgehalte (Ht). Hb is een eiwit dat zuurstof kan binden. Het geeft aan het bloed de rode kleur. In de rode bloedcellen is hemoglobine verantwoordelijk voor het transport van zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) door het bloed. Hematocriet is het volume van de bloedcellen in verhouding tot het totale bloedvolume.
De therapie is afhankelijk van de oorzaak. Als de patiënt een
auto-immuunaandoening heeft, krijgt hij wellicht een cortisonenkuur voorgeschreven. Soms neemt de arts de milt weg zodat deze niet meer overdreven de rode bloedcellen kan afbreekt.
Gestoorde bloedaanmaak
Een gestoorde bloedaanmaak komt frequent voor. Mogelijk is er met het beenmerg zelf een probleem. Het is ook mogelijk dat de patiënt een tekort heeft aan bouwstenen of aan erytropoëtine (EPO). Erytropoëtine betekent “vorming van rode bloedlichaampjes”. De aanmaak van EPO gebeurt in de nier. Dit zorgt ervoor dat het beenmerg rode bloedcellen aanmaakt als er een tekort is van rode bloedcellen.
Ferriprieve anemie
Ferriprieve anemie (Ijzergebreksanemie, ijzertekort) ontstaat door bloedverlies, een te slechte opname van
ijzer (slechte opname van voedingsstoffen), een grotere behoefte aan ijzer bij een zwangerschap, ... De symptomen van gewone anemie komen terug: vermoeidheid,
koude-intolerantie (sneller koud hebben),
bleke huid en slijmvliezen, dyspnoe, oorsuizen en duizeligheid. Maar ook een gladde
tong, slikstoornissen en
lepeltjesnagels (koilonychia) presenteren zich dan bij een patiënt. In het bloed zijn de cellen kleiner en is er te weinig Hb in de individuele rode bloedcellen. De behandeling gebeurt oorzakelijk, en de patiënt krijgt eveneens een ijzertherapie. Soms krijgt de patiënt een
bloedtransfusie als het Hb-gehalte lager is dan 8 g%.
Megaloblastische anemie
Er is voldoende Hb in de rode bloedcellen maar de cellen zelf delen onvoldoende. Dit komt door een
vitamine B12-tekort of een tekort aan
foliumzuur. Een
vitaminetekort wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld de
ziekte van Crohn (aandoening met
buikpijn,
diarree en
gewichtsverlies), een verwijderde maag, te weinig inname van dit vitamine enzovoort.). Een tekort aan foliumzuur krijgt de patiënt door interactie met
medicatie, door te weinig voedingsinname bij bijvoorbeeld een zwangerschap (de patiënt heeft hierbij meer foliumzuur nodig) enzovoort. De patiënt krijgt de gewone anemieverschijnselen in combinatie met een
pijnlijke ontsteking van de tong. Bij een vitamine B12-gebrek treden daarbij neurologische verschijnselen op zoals
tintelingen en krachtsvermindering in de onderste ledematen. In het bloed zien de rode bloedcellen er te groot uit en bezitten ze bijgevolg meer Hb dan in de gewone rode bloedcellen. De foliumzuur- en vitamine B12-bepaling is daar dan ook lager. De patiënt dient bij een vitamine B12-tekort levenslang een inspuiting te krijgen. De therapie voor foliumzuurtekort bestaat uit het nemen van tabletjes en het aanpassen van de voeding.
Aplastische anemie
In de helft van de gevallen van dit type anemie faalt het beenmerg.
Aplastische anemie is ook mogelijk als secundaire vorm als gevolg van een bestraling, het innemen van zeer toxische medicatie, door een chronische infectie enzovoort. In de bloedbaan komt er een tekort van witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes. De bloedcellen bezitten een normaal volume en normaal Hb-gehalte en er is een daling van alle bloedcellen. De behandeling voor een patiënt bestaat uit een isolatietherapie zodat hij geen infectie oploopt. Een bloedtransfusie en
antibiotica zijn andere mogelijke behandelingswijzen.
Secundaire anemie
De oorzaak van secundaire anemie is een ontsteking van de binnenlaag van het hart of TBC (
tuberculose). De bloedcellen hebben een normaal volume en een normaal Hb-gehalte. EPO en bloedtransfusies zijn de behandelingsmethoden voor dit type anemie.
Lees verder