Blind of slechtziend: Informatie over visuele handicap
Iedereen heeft ooit wel eens een slechtziende of blinde persoon ontmoet. Door de vergrijzing van de maatschappij, neemt het aantal blinden en slechtzienden gestaag toe. Verschillende oorzaken leiden tot deze visuele beperking. Vooral ouderen zijn getroffen. De Wereldgezondheidsorganisatie hanteert een indeling voor blind- en slechtziendheid. Hieruit blijkt dat een blinde persoon soms nog in staat is iets te zien. Het is niet altijd makkelijk om slechtziendheid te begrijpen. Soms zien ze iets wel en dan weer niet. Dit leidt soms tot misverstanden.
Epidemiologie blinden en slechtzienden
Nederland
Het aantal blinden en slechtzienden in Nederland bedraagt naar schatting 350.000 waarvan zo’n 75% slechtzienden en 25% blinden. Dit aantal stijgt naar alle verwachting in de toekomst. De meeste blinden en slechtzienden zijn vrouwen. Voorts wonen de meeste visueel gehandicapten in verpleeg- en verzorgingstehuizen voor ouderen of zijn het zelfstandig wonende vijftigplussers. Blind- of slechtziendheid is in meer dan de helft van alle visueel gehandicapten wellicht vermijdbaar.
België
In België bestaat er geen duidelijke omschrijving van het begrip slechtziendheid, waardoor bijgevolg geen betrouwbare gegevens zijn over het aantal slechtziende personen, hun situatie, hun behoeften en de aanpassingen waarover zij beschikken. Wel zijn er beduidend meer slechtziende dan blinde personen. Volgens de World Health Organization (W.H.O.) bedraagt het gemiddeld voorkomen van blindheid in België 1,2 per duizend personen die zich als volgt verdelen:
- 10 % van de blinde personen zijn tussen 0 en 18 jaar.
- 23 % van de blinden zijn tussen 18 en 60 jaar.
- 65 % van de blinden zijn ouder dan 60 jaar.
Deze laatste leeftijdscategorie neemt toe ten gevolge van de veroudering van de bevolking.
Oorzaken persoon met visuele handicap
Door een waaier van mogelijkheden is iemand blind of slechtziend. Een blindgeboren kind kent veel mogelijke oorzaken. Als de moeder
rode hond (rubella) of
mazelen (virale infectieziekte die gepaard gaat met symptomen aan de ogen (
oogbindvliesontsteking) en een
huiduitslag) had tijdens de zwangerschap, heeft dit dikwijls blindheid van de pasgeborene tot gevolg. Als de moeder bepaalde medicijnen slikte tijdens haar zwangerschap, treedt mogelijk blind- of slechtziendheid op bij het kind. Een
baby heeft bij geboorte soms een te hoge oogdruk of hij komt ter wereld met een andere (erfelijke) oogaandoening. Sommige oogziektes zoals cataract zijn reeds mogelijk bij een kleine baby zodat een arts het gezichtsvermogen bij het kind corrigeert.
Ziektes die blindheid veroorzaken op volwassen leeftijd zijn o.a.
diabetes mellitus (suikerziekte) en
hypertensie (
medische term voor te hoge bloeddruk). Soms heeft iemand een erfelijke (progressieve) afwijking aan het oog die zich langzaam manifesteert zoals bijvoorbeeld
retinitis pigmentosa. Wanneer een persoon een langdurig tekort aan
vitaminen (
vitaminetekorten) en mineralen (mineralentekorten), en andere voedingsbestanddelen heeft, heeft hij mogelijk ook een visuele beperking. Dit presenteert zich bijvoorbeeld bij een
vitamine A-tekort en de patiënt vertoont dan
vlekken van Bitot in de ogen. Ouderen zijn vatbaarder voor oogziekten zoals bijvoorbeeld cataract. Zij gaan slecht zien of worden meestal blind door degeneratie van de retinastructuur en soms door
atherosclerose (slagaderverkalking). Daarnaast is het mogelijk om blind of slechtziend te worden bij een ongeval zoals een auto-ongeval, op het hoofd vallen, een scherp object dat in de ogen terecht komt, … Blind of slechtziend gebeurt eveneens door
onverwachte objecten of projecten.
Tijdelijk blind zijn komt ook voor, bijvoorbeeld door shocktoestanden, hysterie of ziekte. Voorts is het niet verstandig om gedurende lang tijd recht in de zon te kijken; dit veroorzaakt eveneens blindheid.
Indeling slechtziendheid en blindheid: Gezichtsscherpte en gezichtsveld
De W.H.O. onderscheidt vijf categorieën van visuele afwijkingen en legt de grens tussen slechtziendheid en blindheid op 1/20. De vermelde cijfers 5/10, 2/10 enzovoort geven de
gezichtsscherpte (= visus) aan. Wanneer een persoon een visus heeft van 10/10, betekent dat dat hij vanaf een afstand van 10 meter even scherp ziet dan een gemiddelde persoon van die leeftijd waarneemt. Een visus van 8/10 betekent dus een slechter zicht, en een visus 12/10 is een beter zicht dan het gemiddelde.
Bij een
lichte visuele beperking ligt de bovengrens op 3/10; het gezichtsveld is minstens 200 en grootletterdruk lezen is mogelijk. De gezichtsscherpte bij een persoon met een
zware visuele beperking ligt tussen 1/20 en 1/10. Een persoon heeft een binoculaire gezichtsscherpte van 1/50 tot 1/20 en een gezichtsveld tussen 50 en 10° wanneer hij
partieel blind is. Vingers tellen is mogelijk op drie meter en voor het lezen bereikt hij de lettergrootte van krantenkoppen.
De persoon heeft bij
bijna totale blindheid lichtperceptie en ziet dan nog wel massa’s, volumes of vormen. Hij telt vingers op één meter of minder en ziet handbewegingen op vijf meter. De binoculaire gezichtsscherpte is 1/50 of minder en het gezichtsveld bedraagt 5°. Een persoon die
totaal blind is, heeft geen enkele visuele perceptie (meer).
Gevolgen
Blindheid
Voor de meeste mensen is het vrij eenvoudig om zich een voorstelling te maken van een persoon die blind is. Heel eenvoudig even de ogen sluiten bootst dit al na. Maar wanneer een ziende persoon met gesloten ogen een gesprek voert met iemand anders, van een stoel naar de deur wil lopen of een kopje thee wil inschenken, ervaart hij al meteen beperkingen ten gevolge van die blindheid. Blinden maken veel meer gebruik van hun andere zintuigen met name het gehoor, de tast, de smaak en de reuk. Deze zijn niet noodzakelijk standaard beter ontwikkeld, maar een blinde persoon concentreert zich meer op het gehoor omdat het visuele aspect grotendeels of geheel is weggevallen.
Slechtziendheid
Slechtzienden hebben veel vaker onaangename misverstanden met hun omgeving dan blinden. De ene oogaandoening is immers de andere niet. Zo begeeft de éne slechtziende zich nog aardig in het verkeer terwijl de andere daarvoor hulpmiddelen gebruikt zoals een herkenningsstok en/of een geleidehond. Tegelijkertijd heeft iemand hulp nodig in het verkeer maar leest hij op het terras schijnbaar gemakkelijk de krant. Daarnaast is een slechtziende persoon bij voldoende licht bijvoorbeeld nog aardig zelfstandig, terwijl diezelfde persoon in het donker dan weer zeer onzeker is. Het is dus voor een ziende persoon heel moeilijk om een goed beeld te krijgen van het gezichtsvermogen van een slechtziende. Daarnaast is elke slechtziende persoon anders en gaat hij/zij anders om met zijn slechtziendheid. Twee personen met dezelfde oogaandoening en hetzelfde visusverlies ervaren immers vaak andere gevolgen van deze handicap, afhankelijk van de leeftijd waarop de slechtziendheid is ontstaan, de omgeving, de medische behandeling, de psychosociale toestand enzovoort.
Handicap
Plots blind of slechtziend zijn is niet voor iedereen makkelijk te aanvaarden. Veelal moeten mensen een rouwproces door, zelfs als de visuele handicap aangeboren is. Gelukkig zijn blinden en slechtzienden gewone mensen die toevallig niet (goed) zien. Omgaan en contact hebben met iemand blind of slechtziend is helemaal niet eng. Dankzij enkele
omgangstips verloopt dit van een leien dakje. Hulp, aanpassingen, begeleidingstechnieken en andere tips zijn daarnaast steeds beschikbaar.
Optische hulpmiddelen, een
beeldschermloep, een
voorleestoestel en een Daisy-speler helpen slechtzienden bij het lezen van teksten bijvoorbeeld. Voor haast alle
activiteiten dagelijks leven zijn hulpmiddelen te vinden.
Puzzelen,
tv-kijken,
koken,
met de computer werken dankzij een vergrotingsprogramma en/of een
brailleleesregel,
kleuren zien vormen geen probleem. Op mobiliteitsvlek is een
blindengeleidehond en/of een
witte stok soms onontbeerlijk.
Onafhankelijk hulpmiddelenadvies is wel vereist om tot een goede en weloverwogen aankoop te komen.
Lees verder