Optische atrofie (opticusatrofie): Oogaandoening
Optische atrofie, dat ook gekend is als opticusatrofie of optische neuropathie, is een oogprobleem waarbij de oogzenuw afsterft. Optische atrofie is geen oogziekte, maar eerder een symptoom van een potentieel ernstige aandoening. De oogzenuw is beschadigd bij opticusatrofie, wat mogelijk het gevolg is van vele verschillende pathologieën. De aandoening veroorzaakt slechtziendheid of blindheid bij de patiënt. De behandeling verloopt ondersteunend waarbij de arts het onderliggende probleem tracht te verhelpen, wat niet altijd mogelijk is.
Epidemiologie opticusatrofie
De prevalentie van opticusatrofie waarbij de patiënt blind of slechtziend is, bedraagt naar schatting 0,04 tot 0,8% wereldwijd. Optische atrofie komt vaker voor bij Afro-Amerikanen dan bij blanken. Er is geen seksuele voorkeur voor dit oogsymptoom. Verder komt optische atrofie in elke leeftijdsgroep voor.
Oorzaken optische atrofie
De oogzenuw bestaat uit zenuwvezels die impulsen doorgeven aan de
hersenen. Bij optische atrofie lukt het niet om deze signalen uit te zenden. Talrijke factoren zijn mogelijk de oorzaak van de
oogzenuwaandoening, waaronder onder andere:
- coloboom,
- diabetes mellitus (suikerziekte),
- een aangeboren onjuiste vorming van de oogzenuw (erfelijkheid),
- een beroerte (beroerte (algemeen): onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen met mentale en lichamelijke symptomen),
- een infectie,
- een trauma,
- een tumor die op de oogzenuw drukt zoals een opticusglioom of retinoblastoom of een hersentumor,
- een waterhoofd (te veel hersen- en ruggenmergvocht in de schedel)
- glaucoom,
- intoxicatie (alcohol, tabak, geneesmiddelen),
- langdurig slechte voeding,
- leber opticusatrofie, een erfelijke aandoening waarbij de patiënt eerst het zicht in één oog verliest, en daarna in het andere oog),
- oogzenuwinfarct (anterior ischemische optische neuropathie),
- optische neuritis, een ontsteking (zwelling) van de oogzenuw veroorzaakt door multiple sclerose.
- syfilis,
- toxinen,
- vaatafsluitingen,
- verminderde bloedtoevoer (ischemie),
- verminderde zuurstof (hypoxie) en
- zeldzame degeneratieve aandoeningen.
Symptomen
Opticusatrofie is progressief of stabiel afhankelijk van de oorzaak van de beschadiging. Dit is aangeboren of treedt pas op latere leeftijd op, eveneens afhankelijk van de oorzaak van het oogprobleem.
Veelal gaat de patiënt door optische atrofie wazig zien (
wazig gezichtsvermogen). Hij krijgt mogelijk problemen met het perifere zicht (zijzicht). Hij ontwikkelt
tunnelzicht en krijgt problemen met zijn oriëntatie. Maar problemen met het centrale zicht zijn eveneens mogelijk waardoor lezen bijvoorbeeld moeilijk is. Bovendien
vervagen de kleuren bij de patiënt. Daarnaast heeft hij een verminderde
gezichtsscherpte.
Diagnose en onderzoeken
Oogheelkundig onderzoek
De patiënt krijgt bij de oogarts een
uitgebreid oogonderzoek via
oftalmoscopie. Hij beoordeelt de oogzenuw, die bleek is vanwege een verandering in de stroom in de bloedvaten. Hij test eveneens de pupilreactie in lichtomstandigheden en merkt dan dat de pupil slecht samentrekt.
Diagnostisch onderzoek
Een
kleurentest,
gezichtsveldonderzoek en
visual evoked potential (VEP) zijn tevens aangewezen. Ook voert de oogarts een
tonometrie uit om de oogdruk te meten. Een
MRI-scan is aanbevolen wanneer de oogarts een tumor of
multiple sclerose (chronische neurologische auto-immuunaandoening) vermoedt. Een
OCT-scan (netvliesscan) bevestigt de diagnose.
Behandeling van oogaandoening
Voor optische atrofie heeft de medische wetenschap nog behandelingsmethode gevonden. Een
regelmatig oogonderzoek is wel vereist zodat de oogarts het gezichtsvermogen opvolgt. De patiënt is tot slot het beste geholpen met visuele en
optische hulpmiddelen in combinatie met een optimale verlichting en contrastrijke materialen.
Prognose oogziekte
De prognose hangt af van wat de onderliggende oorzaak en ernst van het probleem is. Een patiënt herwint meestal zijn gezichtsvermogen bij optische neuritis, als de ontsteking weer voorbij is. Bij optische neuropathie daarentegen verbetert het gezichtsvermogen niet. Glaucoom valt in een vroeg stadium veelal succesvol te behandelen waardoor de optische atrofie eveneens verbetert. De druk op de oogzenuw verdwijnt wanneer een tumor vroegtijdig behandeling krijgt.
Lees verder