Ondervoeding: Onvoldoende of onevenwichtige voedingsstoffen
Ondervoeding is de lichamelijke toestand die ontstaat wanneer het lichaam onvoldoende of overmatig onevenwichtige voedingsstoffen binnenkrijgt. Het is belangrijk om een goed uitgebalanceerde voeding in te nemen. Op deze manier voorkomt de patiënt de meeste vormen van ondervoeding. Ondervoeding vindt plaats als het BMI (body mass index) kleiner is dan 18,5. Bij ziektegerelateerde ondervoeding is sprake wanneer de patiënt onbedoeld gewichtsverlies vertoont van meer dan 10% in de laatste 6 maanden of meer dan 5% in de laatste maand.
Synoniemen ondervoeding
Ondervoeding is ook gekend onder deze synoniemen:
- malnutritie
- ontoereikende nutritie (voeding)
Epidemiologie aandoening
Wereldwijd komt ondervoeding voor, vooral onder kinderen in ontwikkelingslanden. In ontwikkelingslanden zijn ongeveer 110-150 miljoen kinderen getroffen door
dwerggroei als gevolg van ondervoeding. De World Health Organization meldt dat ondervoeding de grootste bedreiging is voor de volksgezondheid wereldwijd. Maar liefst 30% van de wereldbevolking lijdt aan een vorm van ondervoeding. Vaak is ondervoeding de oorzaak van een ziekte, al draagt een ziekte mogelijk ook bij aan ondervoeding. Ondervoeding en
honger komen tot slot vaker voor bij armoede, natuurrampen, oorlog en politieke problemen. Dit geldt niet enkel voor ontwikkelingslanden.
Risico op ondervoeding
Enkele groepen lopen een hoger risico op ondervoeding. Hiertoe behoren:
- Ouderen die zijn opgenomen in het ziekenhuis of een rust- en verzorgingstehuis
- Patiënten die herstellende zijn van een ernstige ziekte of aandoening
- Patiënten die leven in een sociaal isolement
- Patiënten met chronische eetstoornissen, zoals boulimie (oncontroleerbare vreetbuien en compenserend gedrag) of anorexia nervosa (eetstoornis met obsessief bezig zijn met voeding en gewicht, een vervormd lichaamsbeeld en fysieke en psychische symptomen)
- Patiënten met een laag inkomen (arme mensen)
Bron: Overgenomen van http://www.medicalnewstoday.com/articles/179316.php
Oorzaken: Onvoldoende of onevenwichtige voedingsstoffen
Vele verschillende oorzaken resulteren in ondervoeding. Enkele oorzaken zijn onder meer:
- Bepaalde lichamelijke aandoeningen waardoor een patiënt niet kan eten, geen voedsel kan verteren of geen voedingsstoffen uit voedsel kan absorberen. Dit komt o.a. voor bij spijsverteringsstoornissen, neuromusculaire aandoeningen en aangeboren hartafwijkingen. Bepaalde medische problemen of aandoeningen zijn gerelateerd aan ondervoeding met name alcoholisme, beriberi (thiaminetekort (vitamine B1) met hart- of zenuwschade), een een scheurbuik (vitamine C-tekort met bloedingen, zwakte en bloedarmoede), malabsorptie (problemen met de opname van voedingsstoffen), megaloblastische anemie (bloedarmoede), mucoviscidose, pellagra (vorm van ondervoeding met tekort aan niacine), rachitis (botaandoening door een tekort aan vitamine D, calcium of fosfaat) en spina bifida (open rug).
- Bepaalde geestelijke aandoeningen waardoor een patiënt geen eten kan halen of bereiden.
- Een eetstoornis bij bijvoorbeeld een depressie, boulimie, eetbuien of anorexia nervosa.
- Een overmatige en daardoor onevenwichtige consumptie van voedingsstoffen. Eiwitten, fruit en groenten, koolhydraten en vetten zijn nodig voor een gezonde en evenwichtige voeding in combinatie met minstens 1,2 liter vocht per dag.
- Een slechte voeding die onvoldoende energie en bouwstoffen bevat.
- Een tekort (deficiëntie) aan ijzer, calcium of een vitamine in de voeding. Deze omvatten een tekort aan vitamine A, vitamine B1 (thiamine), vitamine B2 (riboflavine), vitamine B6 (pyridoxine), vitamine B9 (folacine), vitamine E en vitamine K.
- Hongersnood als gevolg van niet beschikbaar voedsel, zoals bijvoorbeeld bij kwashiorkor.
- Mobiliteitsproblemen waarbij ze het eten niet kunnen gaan halen of omdat de voorbereiding van het halen van de voeding te zwaar is.
Symptomen aandoening
Milde ondervoeding
Soms is ondervoeding zeer mild en dan heeft de patiënt geen symptomen. In andere gevallen is dit zeer ernstig en veroorzaakt de ondervoeding mogelijk permanente schade aan het lichaam. De symptomen van ondervoeding variëren en zijn afhankelijk van de oorzaak. Vaak voorkomende symptomen zijn:
Ernstige ondervoeding
Wanneer de ondervoeding ernstig is, ontstaat een dunne, droge, bleke, koude en onelastische huid. De ogen zijn gezonken (
diepliggende ogen) en het
gezicht “hol” door het verlies van gezichtsvet. Het haar is broos, dun en droog en valt hierdoor gemakkelijk uit.
Leverfalen en
hartfalen (slecht rondpompen van bloed door het hart) evenals
bewusteloosheid treden mogelijk ook op.
Ingezonken fontanellen (bij de geboorte nog niet verbeende plekken van de schedel) komen tot slot voor bij zuigelingen
Diagnose en onderzoeken
Indicatie bezoek arts
Als het lichaam van de patiënt niet meer goed functioneert, bezoekt de patiënt best de arts. Duidelijke symptomen hiervan zijn
flauwvallen, een
afwezige menstruatie, een groeiachterstand bij kinderen en snelle
haaruitval.
Lichamelijk onderzoek
De arts bepaalt het BMI door het meten van de lengte en het wegen van de patiënt. Hij bekijkt bovendien het voedingsschema en bevraagt het gewichtsverlies van de patiënt. Daarnaast identificeert hij een eventueel aanwezige ziekte bij de patiënt. Bij een lichamelijk onderzoek merkt hij dat de patiënt een opgezette buik heeft door te weinig buikspieren en ook heeft hij
hepatomegalie (een vergroting van de lever). De haarveranderingen zijn zichtbaar. Ook de mond is aangetast (
ontsteking van de slijmvliezen, verkleuring en kortvorming van de lippen, …). De patiënt heeft tevens gespleten of geribbelde nagels (
putjesnagels).
Oedeem (
medische term voor "zwelling") is vooral zichtbaar in de armen en
benen. De huidveranderingen merkt de arts eveneens op. Tot slot heeft de patiënt minder onderhuids weefsel in de benen, armen, billen, en het gezicht.
Diagnostisch onderzoek
Voorts zijn een
bloedonderzoek en
urineonderzoek nodig. De verdere nodige onderzoeken zijn echter afhankelijk van de eventueel aanwezige aandoening.
Behandeling van ziekte
De patiënt vervangt de ontbrekende voedingsstoffen indien mogelijk. Daarnaast behandelt de arts de aanwezige symptomen en de eventueel onderliggende medische aandoening van de patiënt. Bij ernstige ondervoeding is sondevoeding (enterale voeding) of parenterale intraveneuze voeding (via een ader) aangewezen. De arts controleert regelmatig de gezondheidsstatus van de patiënt. De patiënt schakelt over naar normale voeding van zodra hij hiertoe in staat is.
Prognose aandoening
De oorzaak van de ondervoeding is bepalend voor de vooruitzichten van de ondervoeding. Veelal herstelt de patiënt wanneer hij de nodige voedingsstoffen binnenkrijgt. Bij een behandeling van de onderliggende aandoening verbetert het voedingstekort ook. Kinderen (vooral onder de 2 jaar) lopen mogelijk permanent schade op door de ondervoeding, terwijl volwassenen bij een behandeling meestal volledig herstellen.
Complicaties van ondervoeding
Door ondervoeding herstelt een patiënt moeizaam na een ziekte of operatie. Daarnaast neemt de kans op complicaties dan toe. Ook heeft een patiënt een hoger risico op onderkoeling (
hypothermie) door ondervoeding. Infecties treden meer op doordat enkele soorten witte bloedcellen dalen waardoor het
immuunsysteem verzwakt. Zwangere vrouwen baren een kind met een
laag geboortegewicht en tevens zijn ze vaak niet in staat om voldoende moedermelk te produceren. Bij kinderen die lijden aan ondervoeding, komen de hersenontwikkeling en de groei in gedrang. Wanneer de patiënt voorts geen behandeling krijgt, ontstaat een geestelijke en/of lichamelijke handicap en ziekte. Soms ontstaat
het Wernicke Korsakov-syndroom (schade aan
hersenen met afwijkingen aan ogen, lopen en cognitie). De dood vindt plaats binnen de acht tot twaalf weken wanneer de patiënt geen calorieën inneemt. Jaarlijks overlijden 300.000 kinderen jonger dan 5 jaar in ontwikkelingslanden.