Reliëftegels en geleidelijnen: Hulp bij visuele handicap
In het straatbeeld liggen af en toe witte, smalle ribbellijnen met reliëftegels en tegels met halve bolletjes (noppen). Dit zijn tactiele geleidelijnen die een heel handig mobiliteitshulpmiddel zijn voor blinden en slechtzienden. Hiermee krijgt iemand met een visuele handicap (met of zonder witte taststok en/of geleidehond) - afhankelijk van het soort tegel - een boodschap: de looprichting, een waarschuwing of een belangrijk punt. Op deze lijnen mogen geen obstakels staan.
Synoniemen reliëftegels
Ribbellijnen en reliëftegels hebben in de volksmond veel synoniemen zoals:
- blindenpad / blindenpaden
- blindenstrook / blindenstroken
- blindentegels
- geleidelijn / geleidelijnen
- geleidepad / geleidepaden
- geleidestrook / geleidestroken
Ribbellijnen: Richting aangeven
Belang
Een blinde of slechtziende persoon weet aan de hand van geleidelijnen precies in welke richting hij zich begeeft. Dit biedt hem een grote hulp bij de oriëntatie zodat hij veilig naar een bepaalde bestemming gaat. De tegels zijn voel- en hoorbaar als hij er over loopt (met schoenen en ook zeker als hij er met de taststok over schraapt). Een blinde of slechtziende persoon is dus perfect in staat ander materiaal te detecteren, bijvoorbeeld noppentegels (die een waarschuwing aanduiden). Geleidelijnen liggen natuurlijk niet overal; ze zijn er enkel op plaatsen waar dat vereist is.
Productie
Bij de productie van de tegels zorgt het productiebedrijf er voor dat de afstand tussen de ribbellijnen precies goed is zodat de schoenzool verbuigt. De breedte van een ribbellijn bedraagt ongeveer tien millimeter. De afstand tussen twee ribbellijnen is zestig millimeter. Idealiter liggen er tien ribbellijnen naast elkaar wat dan resulteert in een afstand van zestig centimeter. De gemiddelde stap is dertig centimeter. Door de grotere breedte van de ribbellijn is deze altijd vindbaar, zelfs wanneer iemand de lijn van de zijkant benadert. Het is met andere woorden niet mogelijk om er "per ongeluk" overheen te lopen. Het aanleggen van deze lijnen is precisiewerk; dit moet correct gebeuren want scheve of onderbroken lijnen leiden iemand naar de foute kant. Voorts zijn de tegels veilig gefabriceerd:
- struikelen is niet mogelijk
- het verzwikken van de enkel is in principe niet mogelijk
- de tegels zijn niet glad
- de tegels vormen geen probleem voor een rollator, …
Bouwtekeningen
Op de geleidelijnen mogen geen obstakels staan, en bovendien moeten ze logisch zijn want omwegen maken wil liever niemand. Qua ontwerp en uitvoering sluiten ze liefst aan op de omgeving en veroorzaken ze evenmin geen last voor andere gebruikers van de ruimte. Bovendien moeten de lijnen precies goed liggen en correct uitgemeten zijn. In principe ontwerpt men daarom heuse bouwtekeningen. De goedgekeurde tekeningen komen vervolgens terecht bij de werkmannen die deze in openbare ruimtes of op straat leggen.
Geen obstakels op ribbellijnen!
Veel mensen zijn er zich niet van bewust dat obstakels op geleidelijnen een enorm gevaar betekenen voor mensen met een
visuele handicap. Zo bevinden zich geregeld
fietsen, vuilnisbakken, stoelen en andere obstakels op deze lijnen. Verwondingen zijn mogelijk wanneer iemand hier tegenaan loopt.
Producenten
In Nederland valt hiervoor
TG Lining te raadplegen. Zij produceren naast diverse soorten geleidelijnen ook klanktegels en andere markeringen.
Noppentegels: Waarschuwingsmarkering
Ook bestaan er tegels met noppen, zo genaamde noppentegels, die te vinden zijn aan bijvoorbeeld een oversteekplaats. Over geleidelijnen loopt iemand veilig. Op bepaalde plaatsen is het echter niet veilig om zomaar door te lopen. Hiervoor dienen noppentegels. Dit zijn als het ware waarschuwingstekens die aangeven dat er iets verandert. Als links en rechts dan ook noppentegels staan, weet een blinde of slechtziende persoon dat er voor hem een oversteekplaats is. De boodschap achter noppentegels voor de blinde of slechtziende persoon is daarom steeds stoppen en voorzichtig zijn.
Deze rubberen tegels, liefst in gele kleur, geven informatie over een belangrijk punt en zijn geplaatst aan bijvoorbeeld een bus- of tramhalte of de ingang van een gebouw.
Natuurlijke gidslijnen
Door middel van een aantal trucjes, zogenaamde natuurlijke gidslijnen, vindt een blinde of slechtziende persoon zijn weg. Op straat zijn er veel aanwijzingen die iemand vertellen hoe hij zijn route vindt. Een haag, een grasstrook of een muur zijn enkele voorbeelden van natuurlijke gidslijnen die iemand met zijn/haar
witte stok blijft volgen om bijvoorbeeld naar het winkelcentrum te gaan. Met andere woorden: De omgeving helpt iemand blind of slechtziend bij het vinden van zijn bestemming.
Geleidelijnen en reliëf- en informatietegels bieden een belangrijke meerwaarde voor blinden en slechtzienden. Deze verhogen aanzienlijk de veiligheid, zelfstandigheid en mobiliteit voor de doelgroep. Daarom is het aanbevolen om geen obstakels op de lijnen te plaatsen.